Vóór gebruik
■
Namen en functies van onderdelen op de A/B (Bedieningsonderdeel)
Aanraakschermsysteem dat bediend wordt door op het Lcd-scherm te tikken met een vinger,
wordt ingezet voor alle bewerkingen anders dan de ①Aan/Pauze, ②Instellingsschema en
③Vulprocedure-schakelaars.
schakelaar (Aan/Pauze
①
schakelaar)
Een keer op de knoppen zet het in werking
en nog een keer drukken voor pauzeren.
( ☞ pagina 21)
②
schakelaar (Schema-instelling
schakelaar)
Als deze knop ingedrukt wordt, wordt het
schema ingesteld. ( ☞ pagina 23)
③
schakelaar (Vulprocedure
schakelaar)
Als deze knop ingedrukt wordt, wordt de
vulprocedure gestart. ( ☞ pagina 33)
④ Indicatorlicht
Dit lampje licht groen (geelgroen) op
wanneer het apparaat in bedrijf is. Het licht
rood op in het geval er een storing
optreedt.
⑤ Lcd-scherm (Met achtergrondverlichting)
③
④ Indicatorlicht
①
schakelaar
②
schakelaar
⑤ LCD (Met achtergrondverlichting )
Een keer op de LCD tikken en de
achtergrondverlichting licht op.
De achtergrondverlichting schakelt
automatisch uit als een bepaalde periode
geen activiteit is.
De verlichtingsperiode van de
achtergrondverlichting kan gewijzigd
worden. ( ☞ pagina 42)
Als de achtergrondverlichting op AAN
ingesteld is, wordt alleen de
achtergrondverlichting aangezet als het
scherm aangetikt wordt als de
achtergrondverlichting uitgezet is.
(Procedures met schakelaars ① , ② en ③
worden uitgesloten.)
−16−
schakelaar