Het instellingenmenu
B NUMMERING
B
NUMMERING
Nieuwe foto's worden opgeslagen in beeldbestanden waarvan de bestandsnamen beginnen met een viercijferig
bestandsnummer dat wordt toegewezen door telkens een nummer aan het laatst gebruikte bestandsnummer
toe te voegen. Het bestandsnummer wordt tijdens het afspelen weergegeven, zoals rechts aangeduid. B NUM-
MERING regelt of de bestandsnummering wordt teruggezet op 0001 wanneer een nieuwe geheugenkaart is
geplaatst of de huidige geheugenkaart is geformatteerd.
Optie
Optie
De nummering gaat verder vanaf het laatst gebruikte bestandsnummer of het eerst beschikbare bestandsnummer, om het
CONTINU
CONTINU
even welke het hoogst is. Selecteer deze optie om het aantal bestanden met dubbele bestandsnamen te verminderen.
RESET
RESET
De nummering wordt teruggezet op 0001 als een nieuwe geheugenkaart is geplaatst of het geheugen is geformatteerd.
R Wanneer het framenummer de waarde 999-9999 bereikt, wordt de ontspanknop geblokkeerd (P 110).
R R RESET (P 83) stelt B NUMMERING in op CONTINU zonder de bestandsnummering opnieuw in te stellen.
R De framenummers van foto's die met andere camera's zijn genomen, zijn meestal niet dezelfde.
I SCHERPSTELRING
I
SCHERPSTELRING
Kies de richting waarin de scherpstelring moet worden gedraaid om de scherpstelafstand te veranderen.
J EVF/LCD-HELDERHD
J
EVF/LCD-HELDERHD
Om de helderheid van de schermen in te stellen.
H SNELST
H
SNELST
Selecteer AAN om de benodigde tijd voor het herstarten van de camera te verminderen nadat deze werd uitgeschakeld (P 15).
84
Beschrijving
Beschrijving
( ( standaard:
standaard: CONTINU)
CONTINU)
Framenummer
100-0001
Map-
Bestands-
nummer
nummer
standaard: X
X NAAR RECHTS)
( ( standaard:
NAAR RECHTS)
( ( standaard:
standaard: 0) 0)
( ( standaard:
standaard: UIT)
UIT)