Zones
1
2
0
buitenzone-indeling
B
60
Maten in cm
B = badkuip of douchebak
59957LTNLW6H007
3
240
LTNLW6H000021A
Bij de ketel moet een wandcontactdoos met randaarde en een
aansluiting op het riool voor de condensafvoer aanwezig zijn.
2.2.2 Ophangen Remeha Avanta
Aan de achterzijde van de mantel bevinden zich twee ophan-
gogen, zodat de ketel direct aan de wand kan worden beves-
tigd.
Hang de ketel als volgt op:
• Bepaal de positie van de twee bevestigingsgaten; zorg
ervoor dat deze waterpas liggen.
• Boor de gaten (Ø 8 mm).
• Plaats de pluggen (Ø 8 mm).
• Schroef de bouten (Ø 6 mm) in de pluggen.
• Draai de ophangogen van de ketel naar boven.
• Hang de ketel op aan de bouten.
• Draai de bouten vast.
•
De ketel moet waterpas hangen!
•
Om de ketel en aansluitingen tijdens ophangwerkzaam-
heden te beschermen tegen vervuiling door bouwstof,
dienen RGA- en LTV-aansluitpunten te worden afgedekt.
Verwijder deze afdekking pas bij montage van de
betreffende aansluitingen.
2.2.3 Montage in badruimten
De Remeha Avanta valt onder de elektrische beschermings-
graad IP X4D (= spatwaterdicht). Dit houdt in dat de ketel in
badruimten mag worden geplaatst in de zones 2, 3 en in de
buitenzone-indeling.
•
Sluit in dit geval de 230 V voeding als vaste aansluiting
aan.
•
Sluit een luchttoevoerleiding op de ketel aan.
Bij vaste aansluiting dient altijd voor de ketel een al-polige
hoofdschakelaar te worden aangebracht met een contact -
opening van tenminste 3 mm (EN 60335-1, art. 7.12.2.).
2.3 Waterzijdig aansluiten
2.3.1 Waterdoorstroming
De modulerende regeling van de Remeha Avanta begrenst het
maximale temperatuurverschil tussen aanvoer en retour van
het water en de maximale stijgsnelheid van de aanvoertempe-
ratuur. Hierdoor is de ketel nagenoeg ongevoelig voor te kleine
waterdoorstroming.
In alle gevallen moet echter een minimale waterdoorstro-
ming van 0,1 m
3
/h worden aangehouden.
Voor installaties met alleen thermostaatkranen, zie Par.
2.3.9.
9