1
R
2
3
4
5
LTNLW6H000041
LTNLW6H000066 + LTNLW6H000067
25
2.8 Inbedrijfstelling
2.8.1 Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel van de Remeha Avanta bevat 4 functie-
toetsen en een display.
De functietoetsen dienen om instellingen en temperaturen uit
te lezen of te veranderen.
1 = display
2 = 'reset'-toets
3 = [-]-toets
4 = [+]-toets
5 = 'enter'-toets
Het display heeft twee posities en geeft informatie over de
bedrijfssituatie van de ketel en eventuele storingen. Er kunnen
cijfers, punten en/of letters verschijnen. Wanneer 3 minuten
lang niet op een toets is gedrukt, licht er bij de 'ketel in rust'
slechts één punt op. Is de 'ketel in bedrijf', dan lichten er twee
punten op.
•
Druk op een willekeurige toets; in plaats van de punten
wordt op het display de actuele in-bedrijf-code getoond.
•
In het geval van een storing; in de plaats van de punten
wordt op het display de storingscode getoond.
2.8.2 Temperaturen uitlezen
In het 'gebruikersmenu' kunnen de volgende instellingen wor-
den uitgelezen;
- T1 = aanvoertemperatuur [°C];
- T2 = retourtemperatuur [°C] ;
- FL = ionisatiestroom [uA];
- nF = toerental ventilator [x 100 t/min.];
Druk de [+]- toets in tot t1 verschijnt en bijvoorbeeld
•
65 (= 65°C), de actuele aanvoertemperatuur;
•
Druk weer op de [+]- toets tot t2 verschijnt en bijvoor-
beeld 45 (= 45°C), de actuele retourtemperatuur;
•
Druk weer op de [+]- toets tot Fl verschijnt en bijvoor-
beeld ^0 (= 6 uA), de actuele ionisatiestroom;
•
Druk weer op de [+]- toets tot ñf verschijnt en bijvoor-
beeld 30 (= 3000 t/min.), het actuele ventilatortoerental;
•
Druk weer op de [+]- toets, de uitleescyclus begint
opnieuw met t1, enzovoort;
•
Druk op de 'reset'- toets, om terug te keren naar het dis-
play met de actuele bedrijfstoestand.
2.8.3 Aanvullende richtlijnen voor het in bedrijf stellen
•
Maak bij de inbedrijfstelling gebruik van het Inbedrijfstel-
lingsprotocol in Par. 7.1.
•
Doorloop alle stappen in dit hoofdstuk; vul het protocol in
en bevestig de Inbedrijfstelling door middel van een hand-
tekening en een firmastempel.
•
Controleer of de geleverde gassoort overeenkomt met de
gassoort waarvoor de ketel geschikt is (I
plaatje op de onderkant van de ketel). De ketel mag niet
in bedrijf worden genomen bij een afwijkende gassoort.
I
, zie type-
2L,
2H