2.4.6 Aansluiten 'aanvoer cv-leiding', expansievat en vei-
ligheidsventiel
Het expansievat en het veiligheidsventiel (i.v.m. de interne drie-
wegklep in de retour cv-leiding) moeten worden opgenomen in
de aanvoer cv-leiding.
• Monteer de uitgaande leiding voor cv-water op de aansluiting
'aanvoer cv'.
Tip: voor het uitvoeren van servicewerkzaamheden is
het raadzaam om in deze leiding een service-afsluiter te
monteren.
• Monteer het veiligheidsventiel (minimaal ½˝) het liefst binnen
0,5 m, maar niet verder dan 4,0 m van de ketel.
Let op! Monteer het veiligheidsventiel altijd tussen de ketel
en een afsluiter. Hierdoor is expansie van het cv-water ook
bij gesloten afsluiters mogelijk.
• Plaats een afvoer voor het expansiewater onder het
veiligheidsventiel.
• Monteer de leiding van het expansievat op de leiding
'aanvoer cv'.
Let op! Monteer de leiding van het expansievat tussen de
ketel en een afsluiter.
Let op!
• De aanvoer cv-leiding moeten volgens de geldende
voorschriften worden aangesloten.
2.4.7 Aansluiten condensafvoer
• Monteer een kunststof afvoerpijp (min. Ø 32 mm of
groter, uitkomend op riool) ca. 2 cm onder de aansluiting
condensafvoer.
Let op! Maak geen vaste verbinding in verband met
servicewerkzaamheden aan de sifon in de ketel.
• Monteer een stankafsluiter of sifon in de afvoerpijp.
• Vul de ketelsifon om het uitstromen van verbrandingsgassen
in de ruimte te voorkomen.
Let op!
• De condensafvoer mag niet worden afgedicht.
• Afschot afvoerpijp minimaal 3 cm per meter, maximale
horizontale lengte 5 meter.
• Het lozen van condenswater op een dakgoot is niet
toegestaan.
• De condensafvoerleiding moeten volgens de geldende
voorschriften worden aangesloten.
11