AEW
5.7 Geavanceerde functies
5.7.1 Sensorkalibratie
De aflezingen van de temperatuurvoeler kunnen met 5°C worden verhoogd of verlaagd
om productieafwijkingen te compenseren.
Om de aflezing van de binnentemperatuurvoeler af te stellen volstaat het de uitlezings
toets
voor de binnentemperatuur in te drukken. Zodra u de gemeten waarde
van de sensor ziet, drukt u tegelijkertijd op de uitgangsstatustoets
zingstoets
ingedrukt. U zou nu een waarde tussen -5°C en +5°C moeten zien knipperen. Dat is
het getal waarmee de waarde wordt aangepast. Bijvoorbeeld: 0.3°C betekent dat de re-
gelaar 0.3°C zal toevoegen aan de waarde die hij afleest op de sensor. De standaard-
waarde is 0.0°C. Zodra u de waarde heeft ingesteld, drukt u op een willekeurige toets.
5.7.2 Sensorsimulatie
Om te testen of het systeem betrouwbaar werkt, kan men de AEW de opdracht geven
geen rekening te houden met de huidige sensoraflezing en deze te vervangen door een
door de gebruiker in te stellen waarde. In dat geval kunnen sensorwaarden gemakkelijk
worden gesimuleerd.
Bijvoorbeeld: om de ruimtetemperatuur te simuleren, drukt u op de uitlezingstoets voor
de binnentemperatuur om de gemeten binnentemperatuur te zien. Druk nogmaals de
toets gedurende 10 seconden in. De binnentemperatuur begint te knipperen. U kunt
nu de binnentemperatuuraflezing instellen d.m.v. de "+" en "-" toetsen.
De AEW gebruikt deze waarde alsof het gaat om de gemeten tempe-
ratuur in de ruimte. Dat betekent dat – zoals in normale omstandig-
heden – de standen in- en uitgeschakeld worden. Wees voorzichtig
wanneer u deze functie gebruikt terwijl er zich in de ruimte dieren
bevinden.
Indien de regelaar onbeheerd wordt gelaten, wordt deze modus na
1 minuut automatisch gedeactiveerd en begint de normale werking
opnieuw.
20
4RG1702B
08
voor de binnentemperatuur en houdt u ze gedurende twee seconden
en de uitle-