AEW
Fig. 3 Montagegatenpatroon
Monteer de regelaar nooit in de buurt van water- of regenpijpen. In ge-
val van defecte leidingen zou het kunnen dat de regelaar defect raakt.
3.3 Aansluiten van de regelaar
Raadpleeg het bedradingsschema in hoofdstuk 9 van deze handleiding, om deze rege-
laar aan te sluiten. Controleer of voltage en frequentie, waar voor de regelaar geschikt
is overeenkomen met aanwezige voltage en frequentie.
WAARSCHUWING. De installatie van de regelaar en het verhelpen
van eventuele storingen dient te worden verzorgd door een erkend
elektroinstallateur, volgens de geldende normen. Zorg ervoor dat de
stroomtoevoer is uitgeschakeld alvorens te bedraden of de regelaar te
openen, om elektrische schok en materiële schade te voorkomen.
Steek alle draden door de geperforeerde plaat (fig. 1, item J), onderin
de behuizing. Boor geen gaten in de zij- of bovenkant van de behui-
zing, om te voorkomen dat er water binnendringt.
Indien u gaten wilt openen in de geperforeerde plaat (fig. 1, item J), dient u ervoor te
zorgen dat het deksel M van het aansluitcompartiment op zijn plaats zit. Maak vervol-
gens met behulp van een hamer voorzichtig het vereiste aantal gaatjes.
10
4RG1702B
08
222 mm