Gebruik van het apparaat
Eerste gebruik
Alvorens het apparaat aan te sluiten maakt u de vakken en de accessoires goed schoon met lauw water en bicarbonaat.
Nadat de stekker in het stopcontact is gestoken, begint het apparaat automatisch te werken.
Wacht nadat u het apparaat heeft ingeschakeld, minstens 4-6 uur voordat u levensmiddelen in het apparaat legt.
Wanneer het apparaat wordt aangesloten op de netvoeding wordt het display verlicht en worden alle pictogrammen gedurende
circa 1 seconde weergegeven. De standaardwaarden (fabriekswaarden) van de instellingen van de koelkast lichten op.
Koelvak en bewaren voedsel
In het koelkastcompartiment kunnen verse etenswaar en dranken bewaard worden.
koelkastcompartiment vindt geheel automatisch plaats. De aanwezigheid van waterdruppels op de achterste binnenwand van
het koelkastcompartiment is een teken van de automatische ontdooifase. Het dooiwater loopt weg in een afvoeropening en
vervolgens in een bak, waar het verdampt.
Opmerking: de omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur wordt geopend en de plaats van het apparaat kan een invloed hebben op de
interne temperatuur van de twee vakken. Stel de temperatuur in aan de hand van deze factoren. Bij veel vocht in het koelkastcompartiment
kan er condensvorming ontstaan, vooral op de glasplaten. In dit geval wordt geadviseerd dat u vloeistoffen in open pannen afsluit (bijv. een
pan bouillon), etenswaar met een hoog watergehalte (bijv. groenten) in folie wikkelt en de ventilator inschakelt (indien hiermee uitgerust).
Alle laden, deurvakken en schappen kunnen worden verwijderd.
Ventilatie
De natuurlijke circulatie van lucht in het koelvak resulteert in zones met verschillende temperaturen. Het koudste gedeelte
bevindt zich direct boven de crisperlade voor groente en fruit en bij de achterwand. Het warmste gedeelte bevindt
zich bovenaan de voorzijde van het koelvak. Onvoldoende ventilatie resulteert in een hoger energieverbruik en lagere
koelprestaties.
Verse etenswaren en dranken bewaren
Levensmiddelen die een grote hoeveelheid ethyleengas afgeven en de levensmiddelen die gevoelig zijn voor dit gas, zoals
fruit, groenten en salade, moeten altijd worden zodanig worden gescheiden of verpakt dat de houdbaarheid niet achteruit
gaat; bijvoorbeeld geen tomaten samen met kiwi's of kool bewaren. Bewaar verschillende etenswaar niet te dicht bij elkaar om
voor voldoende luchtcirculatie te zorgen. Gebruik houders van recyclebaar plastic, metaal, aluminium en glas, of wikkel de
levensmiddelen in folie. Indien u een kleine hoeveelheid etenswaar in de koelkast opslaat, raden wij aan de platen boven de
crisperlade voor groente en fruit te gebruiken, aangezien dit de koelste plek in het koelvak is. Gebruik altijd afsluitbare houders
voor vloeistoffen en etenswaar die geuren of smaken kunnen afgeven of opnemen, of dek de vloeistoffen of etenswaar af. Om
te voorkomen dat flessen omvallen, kunt u gebruik maken van de flessenhouder (beschikbaar op bepaalde modellen).
5
Legenda
GEMATIGDE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van tropisch fruit,
blikjes, dranken, eieren, sauzen, augurken, boter, jam
GROENTE- EN FRUITLADE
KOELZONE
Aanbevolen voor het bewaren van kaas, melk,
zuivelproducten, delicatessen, yoghurt
Gebruik &; Onderhoudsboekje
Het ontdooien van het