4-3 Het licht INSCHAKELEN
De verlichting aan het distale uiteinde van de insertiebuis
1
controleren
De lichtintensiteit wordt aangepast afhankelijk van de helderheid van het inspectievoorwerp.
TIP
· Volg altijd de stappen (<Menu>
schakelen wanneer het instrument niet in gebruik is, zoals tijdens de vervanging van de
optische adapter.
· Als u een uv- of IR-ledunit gebruikt die geen zichtbaar licht geeft, raadpleeg dan
"Observatie van speciaal licht" (pagina 95).
Het licht manueel IN-/UITSCHAKELEN
Via <Menu>
en <OFF>.
De status wordt door het ledpictogram aangegeven.
TIP
De selectie van <ECO> vermindert de helderheid en verlaagt het batterijverbruik.
4-4 Het instrument bedienen
Deze unit kan met de knoppen, hendels en joysticks op de hoofdunit en het touchscreen op de
LCD-monitor worden bediend.
Hendel
[BRT]
[BRT]
[MENU]
Knop
button
[MENU]
Knop
[VIEW]
button
[VIEW]
* Voor meer informatie over de positie van de knoppen, hendels en joysticks, zie "Terminologie"
(pagina 15).
38
-
<SYSTEM SETUP>
-
Joystick [ANGLE/LOCK]
[ANGLE/LOCK] joystick
lever
[MEAS/OK] joystick
Joystick [MEAS/OK]
<SYSTEM SETUP>
-
<LIGHT>, kan het licht worden ingesteld op de modi <ON>, <ECO>
Hendel
[ZOOM]
lever
[ZOOM]
[LIVE]
Knop [LIVE]
button
Knop
[CENT]
button
[CENT]
<LIGHT>
<OFF>) om het licht UIT te
-
-
Knop [FRZ/REC]
[FRZ/REC] button