11
Opgave van meetpunten
De meetpunten opgeven en verplaatsen
Om de cursor te verplaatsen, bedient u de joystick [MEAS/OK] door hem in de gewenste richting
te duwen. Druk op de joystick [MEAS/OK] en geef in het linkse beeldgebied het vereiste aantal
meetpunten voor elke meetmethode op.
De gemeten voorwerpafstand op de cursorpositie (afstand tussen het distale uiteinde van de
optische stereoadapter en het meetgebied) en de meetresultaten worden altijd weergegeven.
Als de voorwerpafstand "-. - - - mm" aangeeft, betekent dit dat het correctere referentiepunt niet
automatisch werd verkregen.
Een meetpunt opnieuw specificeren
Als de onjuiste meetpunten per ongeluk zijn opgegeven, selecteert u [CLEAR] in het meetmenu.
Alle meetpunten opnieuw specificeren
Als u de meting op het beeld vanaf het begin wilt herstarten, selecteer dan [ALL CLEAR] in het
meetmenu en wis alle gespecificeerde punten.
94