9. Uitlijning
Stap 1
U centreert de zenderstraal in installatiemodus op de ontvanger en het systeem stelt zijn
vermogen in op een optimaal signaal.
Stap 2
Stap 3
Signaal te
hoog
Rx
Verminder
Tx-vermogen
Tx
Tx
Groen -
korte/lange flits
Rx
Geen flits
Stel Tx-vermogen
in op maximaal.
Bekijk LED's op Rx
of LCD-waarde
Geen flits
(ZIE N.B. 1)
Ga door naar stap 4
8
N.B. 1: Waarde kan tussen
de 2 en 178 zijn. Een
hogere waarde betekent
een betere uitlijning.
Signaal te
laag
Geel -
korte/lange flits
Pas kartelschijven aan
Geen flits
Tx
Rx