1. Algemene Informatie Zorg voor een duidelijk zicht van ontvanger >30 cm naar zender >30 cm Ontvanger Zender 5 - 120 m Vermogen Controller Voedingseenheid • BELANGRIJKE OPMERKING: De baan van de infraroodstraal MOET te allen tijde vrij worden gehouden van obstructies! Wanneer men zich daar niet aan houdt kan dit ertoe leiden dat het systeem een brand- of storingssignaal geeft.
2. Bedradingsschema’s Bedrading van twee ontvangers op twee zones: ONTVANGER 1 ONTVANGER 2 ZENDER ZENDER OUTPUT OUTPUT VOEDING VOEDING 12 V tot 36 V DC ONTVANGER 2 ONTVANGER 2 ONTVANGER 1 ONTVANGER 1 STORING BRAND BRAND STORING N/O COM N/C N/O COM N/C N/O COM N/C N/O COM N/C...
3. Montage van het product ONTVANGER: ZENDER: NAAR ‘ONTVANGER- NAAR OUTPUT’ OP 12 to 36 V VOEDING OF CONTROLLERPANEEL ‘ZENDERVOEDING’ OP CONTROLLER- PANEEL De LED-indicator moet omlaag zijn gericht...
4. Pas vermogen toe N.B.: U kunt één systeemcontroller gebruiken om maximaal twee ontvangerkoppen te besturen en te controleren. Het ‘#’-teken in deze handleiding verwijst naar het nummer van de ontvanger die op dat moment is geselecteerd (1 of 2). Pas vermogen toe op de controller, Ontvanger(s) &...
5. Wachtwoordcode invoeren om toegang te krijgen tot het installatiemenu Druk op om WACHTWOORDSCHERM in te voeren in het GEBRUIKERSMENU Standaard wachtwoord: 1 2 3 4 Cijfer wijzigen Positie wijzigen Accepteren • Wanneer u een onjuist wachtwoord invoert, wordt het scherm voor het invoeren van het wachtwoord opnieuw weergegeven •...
7. Selecteer de ontvanger voor toegang • Alle ontvangers moeten afzonderlijk worden uitgelijnd • Stap 8 en 9 leggen uit hoe individuele ontvangers in lijn worden gebracht 8. LASER Richten • De LASER in de ontvangerkop wordt gebruikt om de ontvanger in lijn te brengen met de zender.
Pagina 8
9. Uitlijning Stap 1 U centreert de zenderstraal in installatiemodus op de ontvanger en het systeem stelt zijn vermogen in op een optimaal signaal. Stap 2 N.B. 1: Waarde kan tussen Stel Tx-vermogen de 2 en 178 zijn. Een in op maximaal. hogere waarde betekent een betere uitlijning.
Pagina 9
Vanaf stap 3 Stap 4 N.B. 1: Waarde kan tussen Pas één kartelschijf de 2 en 178 zijn. Een met een kwartslag hogere waarde betekent aan. een betere uitlijning. Geel - flits/stop Groen - flits/stop Bekijk LED’s op Rx of LCD-waarde (ZIE N.B.
10. Handmatige brand- en storingstests Na installatie of reiniging is het raadzaam een handmatige brand- en storingstest uit te voeren: Brandtest: Dek de ontvanger langzaam voor de helft af. Na de brandvertragingstijd zal de controller Brand melden. Haal de afdekking weg. De controller zal na ongeveer 5 seconden terugkeren naar de normale status.
Pagina 11
12. Branddrempel Deze instelling is de drempel waarop de ontvanger een brand detecteert. Standaard fabrieksinstelling=35 %. (Ingesteld voor elke ontvanger) • Gevoeligheid kan worden aangepast in stappen van 1 % door op de toets voor omhoog of omlaag te drukken •...
13. Vertraging tot brand Deze instelling is de vertraging die door de systeemcontroller wordt gebruikt alvorens een BRAND-conditie te melden op het brandmeldingspaneel. Standaard fabrieksinstelling= 10 seconden. (Ingesteld voor elke ontvanger). 14. Vertraging tot storing Deze instelling is de vertraging die door de systeemcontroller wordt gebruikt alvorens een STORING-conditie te melden op het brandmeldingspaneel.
16. Het systeem reinigen Het systeem past zich automatisch aan stofophoping aan door het compensatieniveau te wijzigen. Toch wordt aanbevolen de lenzen van de ontvanger regelmatig te reinigen met een zachte, pluisvrije doek. Vóór het reinigen moet het systeem worden geïsoleerd van het brandmeldingspaneel. Controleer na het reinigen of het systeem normaal werkt door de in deze gebruikershandleiding beschreven uitlijningsprocedure en de brand- en storingstests te volgen.
17. Opsporen en oplossen van problemen E-00 AIM nog niet erkend Neem contact op met de fabrikant voor verdere technische ondersteuning E-01 Ontvangercommunicatiestoring Controleer de bedrading tussen controller en ontvanger E-02 ‘Zoeken’ niet goed uitgevoerd Volg het ‘Zoeken’ proces E-03 Compensatielimiet bereikt Systeem reinigen en opnieuw uitlijnen E-04...
18. Technische specificaties Parameter Waarde Werkafstand tussen zender en ontvanger 5 - 120 m Bedrijfsspanningsbereik 12 to 36 V DC +/- 10 % Zenderstroom 8 mA Ruststroom (Controller met 1 of 2 ontvangers) 14 mA Alarmstroom (Controller met 1 of 2 ontvangers) 14 mA Storingsstroom (Controller met 1 of 2 ontvangers) 14 mA...