Bedieningspaneel en afstandsbediening
Bedieningspaneel
3
9
8
Disc-lade
1
Display op het bedieningspaneel
2
(gedempt) Hiermee kunt u het volume van de luidsprekers en
3
hoofdtelefoon dempen en een gedempt volume opheffen.
SURROUND Hiermee kunt u een surround sound-indeling kiezen (waaronder de
4
Midnight Movie-modus).
FORMAT Hiermee kunt u de indeling PAL, NTSC of automatische herkenning
5
kiezen.
/ (play/pause) Hiermee kunt u een disc afspelen en het afspelen
6
onderbreken.
RECORD Hiermee kunt u een opnamebron selecteren.
7
MAIN/LOCAL Deze optie wordt gebruikt als de eenheid deel uitmaakt van een
8
CONNECT-systeem.
IR SENSOR Dit is de sensor voor de ontvangst van signalen van de
9
afstandsbediening.
&
SOURCE + / - Hiermee kunt u een bron selecteren.
10
11
&
VOL - / + Hiermee kunt u het volumeniveau selecteren.
12
13
5
6
1
4
14
10
12
11
13
7
16 23
2
15
21
'adjust' Hiermee kunt u een functie selecteren die u kunt aanpassen. U kunt hiermee
14
ook de functie van de VOL - / + toetsen aanpassen.
/
(stop/eject) Hiermee kunt u het afspelen van een disc beëindigen en de disc-
15
lade openen en sluiten.
TITLE/BAND Hiermee kunt u een DVD-titelmenu invoeren en een andere
16
omroepband selecteren.
DVD MENU Hiermee kunt u een DVD-menu invoeren.
17
(power) Hiermee kunt u de eenheid in de standby-modus zetten of de standby
18
modus opheffen.
PHONES Hoofdtelefoonaansluiting.
19
RETURN Hiermee wordt de actuele track opnieuw bij het begin van de track gestart.
20
SETUP Hiermee kunt u setup-menu's oproepen en verlaten.
21
/ / /
Hiermee kunt u door setup-menu's navigeren en instellingen aanpassen.
22
'enter' Hiermee kunt u instellingen invoeren.
23
Sommige toetsen hebben extra functies die alleen kunnen worden gebruikt bij een
bepaalde afspeelbron of in een bepaalde modus.
11
17
18
22
20
19
GEBRUIKERSHANDLEIDING