°C
STAB
KMN
1
2
n %
KOL
Temperatuur van de zonnecollectoren
TSP
Temperatuur van de waterverwarmer, onder
DTS
Verschil met de referentietemperatuur
sMX
Richttemperatuur voor de waterverwarmer
n%
Werking van de circulatiepomp
7644027 - 001 -
KMX
DTS
SMX
3
4
Fase
1
2
3
KOL
TSP
5
6
De minimumtemperatuur van de collectoren
KMN
waarbij de pomp wordt ingeschakeld
De maximumtemperatuur van de zonnecol-
KMX
lector
STAB
Duur van de zelfkalibratie
°C
Temperatuur
t
Tijd
Beschrijving
De zonnestraling verhoogt de temperatuur van de warmteover-
drachtvloeistof in de zonnecollector. Om de circulatiepomp in te
schakelen, moet de collector (KMNeen minimumtemperatuur
van 30°C hebben en moet een temperatuurverschil van 6 K tus-
sen de temperatuur van de zonnecollectoren en de warmte-
pomp aanwezig zijn.
Een automatische kalibratiefase wordt gestart (parameter
STAB, standaard 3 minuten). De zonnepomp werkt op vol ver-
mogen om de temperatuur in het zonnecircuit te stabiliseren.
De werking van de zonnepomp wordt dynamisch berekend om
het verschil tussen de referentietemperatuur (DTS parameter,
standaard 20 K) en de waterverwarmer in stand te houden.
3
Beschrijving
7
8
Remeha TzerraSOL 390 & 690
t
M002751-C
19