Knoppen
Beeldschermdisplay (OSD)
SNELLE INSTELLING.
Indrukken om het beeld-
contrast te verminderen.
Hiervoor hoeft u niet het
OSD-menu in te gaan.
Als het OSD-menu geacti-
veerd is, indrukken om de
geselecteerde functie-
instelling te verminderen.
Druk om het selectie-
menu te tonen en de
signaalbron van het
display te wijzigen.
Gedurende 1 seconde
indrukken voor de auto-
matische instelling van
DSUB Analoog.
Beeldschermdisplay (OSD) vergrendelen
Voor modellen met toetsvergrendelingsfunctie, druk op de Up + Down-knoppen om dit tegelij-
kertijd in of uit te schakelen.
SNELLE INSTELLING.
Indrukken om de beeld-
scherpte te verminderen.
Hiervoor hoeft u niet het
OSD-menu in te gaan.
Als het OSD-menu
geactiveerd is, indrukken
om neerwaarts door de
menuselectie te scrollen.
SNELLE INSTELLING.
Indrukken om het beeld-
contrast te verhogen.
Hiervoor hoeft u niet het
OSD-menu in te gaan.
Als het OSD-menu geac-
tiveerd is, indrukken om
een submenu in te gaan
of de instelling van de
geselecteerde functie te
verhogen.
Druk op de functie PIP
(Picture in Picture) (beeld
in beeld).
SNELLE INSTELLING.
Indrukken om de beeld-
scherpte te verhogen.
Hiervoor hoeft u niet het
OSD-menu in te gaan.
Als het OSD-menu ge-
activeerd is, indrukken
om naar boven door de
menuselectie te scrollen.
Druk voor inschakelen/
uitschakelen op het LCD-
scherm aan de voorzijde
van het display.
Als het icoon niet brandt,
is de schakelaar aan de
achterzijde van het dis-
play uitgeschakeld.
Druk om het OSD-menu
te activeren.
Als het OSD-menu ge-
activeerd is, indrukken
om het startmenu of
submenu uit te gaan.
21