Functies van het bedieningspaneel
Bedieningspaneel
a
b
Het ontwerp van het bedieningspaneel kan van land tot land verschillen.
Knoppen
Knoppen
a P On
b Mode *
c
F Setup *
d x Menu *
e
u d l r
Cursor met
4 pijltjes
OK
c d
Functie
Hiermee zet u de
printer aan en uit.
(Brandt wanneer de
printer aanstaat en
knippert wanneer de
printer actief is of
wordt aan- of
uitgezet.)
Hiermee selecteert u
de gewenste modus:
r Copy,
s Memory Card,
Fax en J Photo.
K
(Aan de lampjes ziet
u welke modus is
geselecteerd.)
Hiermee start u de
onderhoudspro-
gramma's of wijzigt u
diverse instellingen.
Hiermee geeft u de
gedetailleerde
instellingen van elke
modus weer.
Hiermee selecteert u
foto's en
menuopties.
Hiermee activeert u
de geselecteerde
instellingen.
h
j
e f
g
i
k
l
Knoppen
y Back
f
g
Display/Crop
h Numeriek
toetsenbord
1234567890*#
i
Exemplaren
(+ en -)
Functies van het bedieningspaneel
m
n
Functie
Hiermee annuleert u
de huidige
bewerking en keert u
terug naar het vorige
menu.
Hiermee wijzigt u de
weergave van de
foto's op het display
of snijdt u deze bij.
In de faxmodus kunt
u met deze knop ook
de snelkieslijst,
faxen en andere
rapporten afdrukken.
Hiermee kunt u
faxnummers
invoeren, en ook
snelkiesnummers
opgeven of invoeren,
de datum/tijd
opgeven, het aantal
exemplaren
opgeven voor
afdrukken
enzovoort.
Hiermee stelt u het
aantal exemplaren in
of wijzigt u de
uitsnede.
5