Deel 2: configuratie
Geavanceerde installatie
Configureer beveiligingsinstellingen en andere geavanceerde
camera-instellingen.
● Video: pas de sensorinstellingen voor camerabeelden zoals
witbalans en belichting aan. Configuratie-opties kunnen
verschillen afhankelijk van het cameramodel.
● Privacymasker toepassen: schakel privacymasker voor de
camera in of uit en configureer dit.
● SSL: stel het beveiligingsniveau van de camera in als Niet
beschikbaar, Standaard, Hoog of Heel hoog. De
instellingen Standaard, Hoog en Heel hoog passen SSL-
beveiliging (Secure Sockets Layer) toe op de camera.
● Reset: reset de poort of de camera's.
– Fabrieksreset: Bedien de poort van de PoE-schakelaar.
Deze optie is beschikbaar als u verbinding maakt met de
Video In-/PoE-poort of als u een DirectIP-PoE-schakelaar
gebruikt (optioneel). Selecteer PoE resetten om de
camera te herstarten. Dit wordt niet ondersteund door
videocodeerders.
– Zachte reset: herstart de camera.
– Fabrieksreset: zet de NVR terug op alle oorspronkelijke
fabrieksinstellingen. Dit wordt alleen ondersteund door
DirectIP-camera's.
● Modus: selecteer een resolutiemodus. Dit wordt alleen
ondersteund door videocodeerders.
1
2
5
6
7
8
9
0
!
De hieronder weergegeven cijfers voor Voorkeurinstelling, Scannen,
Patroon en Toer geven de cijfers van de geconfigureerde functies aan.
40
3
4
1 Voorkeursinstelling
Gebruik onderstaande knoppen om een voorkeurspositie te kiezen.
– Richtingsknoppen (
wordt gebruikt om de camera te kantelen en te verplaatsen.
– Zoom (
): zoom in en uit.
– Focus (
): stel de camerafocus in op veraf of dichtbij.
– Snelheid: Geef de snelheid van het kantelen en verplaatsen van
de camera op.
● Instellen: kies een voorkeurscijfer en voer vervolgens een naam
in. Hiermee slaat u de huidige voorkeurinstelling op onder het
opgegeven voorkeurscijfer en de naam.
● Gaan naar: selecteer een voorkeurinstelling in de lijst en klik
vervolgens op Gaan naar om de camera in de geselecteerde
voorkeurinstellingspositie te plaatsen.
● Bewerken: deze optie wordt gebruikt om de naam van de
geselecteerde voorkeurinstelling te wijzigen.
● Verwijderen: deze optie wordt gebruikt om de geselecteerde
voorkeurinstelling te verwijderen.
): deze optie