Belangrijk:
Wanneer de watertank gevuld is met water, zorg er dan voor dat u er niet tegenaan leunt of
stoot, om lekken en beschadiging van het apparaat te voorkomen.
Controleer regelmatig het waterpeil in het waterreservoir wanneer de koelfunctie is
ingeschakeld. Als het waterpeil laag is en zakt tot de MIN markering, giet er dan meer water in.
Zorg er altijd voor dat er voldoende water in de watertank zit.
Het wordt aanbevolen om het water minstens eenmaal per week te vervangen.
Het waterreservoir mag alleen met schoon water worden gevuld.
Koelelementen
Om het koelingseffect te verhogen, kunt u gebruik maken van de koelelementen die bij
het toestel worden geleverd.
1.
Voor gebruik vult u de koelelementen met water, schroeft u de dop er weer op en schudt u het
koelelement. Plaats de koelelementen vervolgens een paar uur in het vriesvak van uw koelkast.
Wanneer ze goed bevroren zijn, haalt u ze uit de koelkast.
2.
Schuif het waterreservoir naar buiten en zet er koelelementen in.
3.
Giet water in het waterreservoir tot aan de markering MAX.
Zorg ervoor dat u eerst de koelelementen in de watertank zet, en vul dan pas water bij.
BEDIENINGSPANEEL
WERKING
Zoek de juiste plaats voor het apparaat: vlak en stabiel oppervlak, met voldoende ruimte rondom
voor vrije circulatie.
Sluit het apparaat aan op het elektriciteitsnet. Het apparaat geeft een pieptoon en de
stroomindicator licht op. Het apparaat gaat in stand-by.
1.
COOLER toets: Druk op deze toets om de koelfunctie in te schakelen (LED-indicator gaat
branden). Druk nogmaals op deze toets om deze functie uit te schakelen (LED gaat uit).
2.
SWING toets: Druk op deze toets om de oscillatiefunctie in te schakelen (LED-indicator licht
op). Nogmaals indrukken om deze functie uit te schakelen (LED gaat uit).
3.
TIMER toets: Druk op deze toets om het apparaat automatisch uit te schakelen na een vooraf
ingestelde tijd binnen het bereik van 0,5 tot 7,5 uur. Bij elke druk op de toets wordt de timer
Gebruiksaanwijzing
4