Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Speciale Montagehandleiding Voor Vc-/Sc-Reductoren; Speciale Montagehandleiding Voor Hc-Reductoren - Atek VC Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Montagehandleiding en EG-inbouwverklaring
Opgelet! om spanningen door het
eigengewicht van de motor en/of de
reductor te voorkomen, moet deze sa-
menvoegprocedure alleen in verticale
positie worden uitgevoerd.
Om spanningen van de motor-reductor-combinatie
te voorkomen, moeten de bevestigingsschroeven
van de motorflens met het correct aandraaimo-
ment (Tabel 1) kruisgewijs worden aangedraaid
Stap 4: motoras in reductor klemmen
De klemschroef van de klemring met een inbuss-
leutel door de radiale doorgangsboring met de in
Tabel 2 gespecificeerde waarde aantrekken.
Klemkoppeling (standaard)
Ø motoras
Aandraaimoment
Schroef
(mm)
(Nm)
<8
M3
2
>8
M4
5
Tabel 2
Stap 5
De onder stap 1 verwijderde afdichtplug moet weer
worden geplaatst.
11 Speciale montagehandleiding voor
VC-/SC-reductoren
De axiaal opsteekbare, spelingsvrije askopelling
met geïntegreerde wrijvingsgesloten as-naaf-ver-
binding maakt eenvoudige blindmontage mogelijk
en bestaat uit 3 delen:
1. Conusnaaf, al gemonteerd in de aandrijfas van
de reductor
2. Evolvente tandkrans van kunststof
3. Klemnaaf type KN of KNN of spanringnaaf
(2-delig) type SN
Let bijzonder zorgvuldig op het gecontroleerd
aantrekken van de klem- resp. spanschroeven
en op de kwaliteit van de contactoppervlakken.
Passingsparing motoras: naaf k6/H7. Bij andere
astoleranties kunnen de in de catalogus gespecifi-
ceerde draaimomenten veranderen.
8
Montage van klemnaven op de motoras
Naafboring en de motoras reinigen en ontvetten.
Klemschroef iets losdraaien – naaf op de as
schuiven – maat A (Afb. 3) op de reductor meten
– afstandsmaat B (uit Tabel 5)
instellen. Klemschroef met het
in Tabel 3 gespecificeerde
aandraaimoment aantrekken.
ØD
S
Afb. 2
Koppelingsgrootte
14
19/24
24/28
28/38
38/45
Ø Koppelingsdiam
30
40
55
65
80
D [mm]
Klemschroef
M4
M6
M6
M8
M10
DIN 912
Aandraaimoment
2,9
10
10
25
49
TA [Nm]
Tabel 3
Montage van spanringnaven op de motoras
Naafboring en as reinigen en aansluitend met dunv-
loeibare olie inoliën (bijv. Castrol 4 in 1).
Opgelet! olie en vet met molybdeen-di-
sulfide- of hogedruk-additieven en ook
glijvetpasta's mogen niet worden gebruikt.
De spanschroeven iets losdraaien en de spanring
een stukje van de naaf aftrekken, zodat de span-
ring los opligt – naaf op de motoras schuiven –
maat A () op de reductor meten – afstandsmaat B
(uit Tabel 5) instellen. De spanschroeven gelijkma-
tig kruisgewijs tot het in Tabel 4 gespecificeerde
aandraaimoment aantrekken. Procedure net zo
vaak herhalen, tot het aandraaimoment bij alle
schroeven correct is.
Koppelingsgrootte
14
19/24
24/28
28/38
38/45
Ø Koppelingsdiam
30
40
55
65
80
D [mm]
Klemschroef
4xM3
6xM4
4xM5
8xM5
8xM6
DIN 912
Aandraaimoment
1,34
2,9
6
6
10
TA [Nm]
Tabel 4
Servomotor
A
A
B
Typ VC
Typ SC
Afb. 3
Koppelingsgrootte
14
19/24
24/28
28/38
38/45
Ø Koppelingsdiam
30
40
55
65
80
D [mm]
Afstandsmaat
1,5
2
2
2,5
3
S
Afstandsmaat
A - 1,5
A - 2
A - 2
A -2,5
A - 3
B=A-S
Tabel 5
12 Speciale montagehandleiding
voor HC-reductoren
Afdichtplug verwijderen
Verwijderen van de afdichtplug in de reductora-
ansluitflens, welke de toegang tot de klemschroef
van de balgkoppeling afdekt. Dan de balgkop-
peling zodanig verdraaien, dat de kop van de
klemschroeven in het bereik
van de nu open boring in de
reductoraansluitflens valt.
Afb. 4: verwijderen van de afdichtplug
Motor in reductor plaatsen
Motor in de reductor schuiven tot de reductoraans-
luitflens en het motoraanbouwvlak vlak en zonder
spleet aanliggen. De motoras moet daarbij soepel
in de balgkoppeling kunnen worden geplaatst.
Afhankelijk van het tolerantiegebied van de mo-
torcentreerdiameter is de centreerpassing als
overgangspassing uitgevoerd. In dit geval kan de
motor met de bevestigingsbouten op de reductor
worden getrokken.
Let er daarbij op, dat de beide flensoppervlakken
van motor en reductor altijd parallel staan.
Opgelet! om spanningen door het eigengewicht
van de motor en/of de reductor te voorkomen,
moet deze samenvoegprocedure alleen in vertica-
le positie worden uitgevoerd.
In bepaalde gevallen kunnen bij servomotoren in
speciale uitvoering ongewenste inbouwconflicten
optreden. Wanneer in deze situaties motor en
reductor worden samengeschroefd, kunnen door
spanningen beschadiging van de motor en/of de
reductor ontstaan. Een gedetailleerde maatcontro-
le in de zone van de koppeling
en het uiteinde van de motoras
moet voor de montage
worden uitgevoerd.
Afb. 5: samenvoegen en vastschroeven van motor en reductor
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

LcVlmVSlmHHc ... Toon alles

Inhoudsopgave