9.5. Motoraansluiting 9.6. Montage van de aanbouwdelen vakpersoneel worden uitgevoerd. Daarbij moeten lakken gewezen. 9.7.Inbedrijfstelling worden aangehouden: 9.8. Smeren 9.9. Onderhoud - de in deze handleiding opgenomen instructies Waarschuwing voor stoffen die ge- 10. Speciale montagehandleiding voor LC-reductoren - de typeplaat op de reductor vaarlijk zijn voor de gezondheid of bij- 11. Speciale montagehandleiding voor VC-/SC-reductoren - de installatiespecifieke bepalingen en voor- tende stoffen. 12. Speciale montagehandleiding voor HC-reductoren waarden 13. Speciale montagehandleiding voor spansets - de nationale/regionale voorschriften betreffen- 14. EG-inbouwverklaring de veiligheid en ongevallenpreventie. - dat bij alle werkzaamheden de persoonlijke beschermingsuitrusting (bijv. veiligheidsschoe- nen, handschoenen, veiligheidsbril) moet wor- den gedragen. De gespecificeerde eigenschappen van onze reductoren en het aanvaarden van eventuele aanspraken op de garantie, stellen het aanhouden van deze instructies als voorwaarde. Lees daarom...
Montagehandleiding en EG-inbouwverklaring 2 Gebruik conform specificatie 8 Ombouw en verandering Opgelet! Er kunnen mechanische geva- Opgelet! Er kan gevaar door substanties Atek-reductoren zijn onvolledige machines in de ren ontstaan door beknellen, stoten, De reductoren mogen zonder onze toestemming ontstaan bij het verwijderen van de zin van de machinerichtlijn 2006/42/EG. Deze zijn snijden bij het verwijderen van de trans- zowel constructief als veiligheidstechnisch niet afsluitschroef. Smeermiddelen niet ins- bedoeld voor inbouw in machines en met de in de portborging. worden veranderd. Elke niet geautoriseerde ve- likken en contact met de ogen vermijden.
Smeermiddelen niet inslikken en contact met de Bij het gebruik van spanelementen moeten de toe- gevaren door aanraken van hete ogen vermijden. gestane aantrekmomenten van de spanelementen oppervlakken ontstaan. 9.9 Onderhoud worden aangehouden. Zie hiervoor het montage- blad van de spansets. Het aandraaimoment moet Bij abnormale geluiden of trillingen moet de inbe- De ATEK-aandrijvingen vragen slechts om een stapsgewijs en gelijkmatig in volgorde worden drijfstelling worden onderbroken en de serviceaf- minimum aan onderhoud. Bij reductoren met le- aangebracht. deling moet worden ingeschakeld. Hetzelfde geldt vensduursmering is het onderhoud beperkt tot de Radiale doorgangsboringen De aanbouwdelen moeten ook bij krimpverbindin- voor reductoren, die niet voor temperaturen boven regelmatige controle op smeermiddelverlies door gen axiaal worden gezekerd. As- en flensverbin-...
ØD Stap 4: motoras in reductor klemmen Let er daarbij op, dat de beide flensoppervlakken Servomotor De klemschroef van de klemring met een inbuss- van motor en reductor altijd parallel staan. leutel door de radiale doorgangsboring met de in Opgelet! om spanningen door het eigengewicht Tabel 2 gespecificeerde waarde aantrekken. Typ VC Typ SC Afb. 2 Klemkoppeling (standaard) Afb. 3 van de motor en/of de reductor te voorkomen, moet deze samenvoegprocedure alleen in vertica- Ø motoras Aandraaimoment...
Motoras met reductor verbinden Montage De klemschroef van de koppeling moet met de • De door ATEK geleverde spanset wordt over in Tabel 6 gespecificeerde waarde worden aan- het algemeen gemonteerd geleverd. getrokken. Maatgevend voor de toekenning is de • Aszitting controleren op de voorgeschreven maat van de tussenflens VZ.(Afb. 6) tolerantie (zie Tabel 7). • De contactoppervlakken van de holle as intern en de as moeten worden gereinigd en ontvet! • De spanschroeven iets losdraaien en de span-...
Bedrijfsnaam en volledig adres van de fabrikant Siemensstr. 47 25462 Rellingen Germany Dipl.-Ing. Axel Brügmann Naam en adres van de gevolmachtigde persoon Adres zie fabrikant Kegelwielreductor Beschrijving en identificatie van de onvolledige machine Wormwielreductoren L / LC / V / VS / VL / VLM / VC /HDV Type H / HC / S / SL / SC Bouwgrootte 035 - 350 Serienummer Geldig vanaf nr.: 0117XXXX Richtlijnen, normen 2006/42/EG, DIN EN ISO 12100 De onvolledige machine mag pas in gebruik worden genomen, wanneer de machine, waarin de onvolledige machine wordt ingebouwd, aan de bepalingen van de richtlijn 2006/42/EG voldoet, voor zover deze richtlijn bij deze machine van toepassing is.