2.6 BCU LED gebeurteniscode (EC)
Een constante witte LED geeft stand-by aan. Wit knipperen geeft opladen of ontladen aan.
Als de accu wordt gestart, knippert de LED wit en blauw met een intervaltijd van 0,5 seconde (normaal gesproken tijdens het
starten ongeveer een minuut).
Als de LED blauw knippert met een intervaltijd van 1 seconde, geeft dit een gebeurteniscode aan. We beginnen te
tellen wanneer de witte LED begint te knipperen en tellen dan hoe vaak de blauwe LED knippert. (Verdere uitleg volgens
instructies) Voorbeelden:
1x wit, 3x blauw → EC
103 1x wit, 11x blauw →
EC 111 3x wit, 3x blauw
→ EC 303
De meeste fouten zijn te wijten aan een defecte communicatielijn, onjuiste app-configuratie of het niet opnieuw
opstarten na de app-configuratie. Lees dit in detail door: Paragraaf 2.3 en 2.4
Opmerking: Als de batterij niet correct is geconfigureerd met de app, kan de gebeurteniscode (EC) misleidend zijn.
Gebeurtenis Code (EC)
Maatregel
EC
- Controleer de DC-kabelaansluiting van de accu, omvormer en tussenliggende rail
101
(indien aanwezig).
EC
- Probeer de BCU correct uit te schakelen (houd de knop 5 seconden ingedrukt).
102
Als de LED uitgaat: Controleer de installatie en start het systeem opnieuw op (eerst de accu,
dan de omvormer). Als de LED blijft branden (continu blauw of twee keer blauw knipperen):
Verwijder BCU van de toren om diepe ontlading te voorkomen. Meet de spanning (zie stap
2.8) en neem contact op met de servicepartner.
EC 103
- Zorg ervoor dat alle DIP-schakelaars in de juiste stand staan (voor de meeste configuraties
allemaal aan de linkerkant (uitzondering: parallelle aansluiting en Kostal Piko MP). Zie
instructies).
- Verwijder de bovenste module en controleer of de gebeurteniscode verdwijnt. Zo niet,
test dan een andere BCU indien beschikbaar.
Opmerking: Een module met communicatieproblemen werkt vaak zonder beperkingen op de
laagste modulepositie, omdat er geen communicatie met de standaard nodig is.
EC
- Controleer of de app-configuratie correct is voltooid (vooral het aantal en type
203
modules (HVS/HVM)!
EC
- Controleer of de firmware up-to-date is. Zo niet, werk dan bij naar de nieuwste
303
firmwareversie.
EC
403
- EC 203 tot EC 803 betekent dat een module niet wordt herkend. Het eerste getal (=aantal
EC
witte flitsen) geeft aan om welke module het gaat. Deze module of de module erboven kan
503
verantwoordelijk zijn voor d e gebeurteniscode.
EC
Voorbeeld: EC 103 = topmodule en EC 403 = vierde topmodule.
603
- Controleer de modules op gebogen PIN's (visuele inspectie, zie paragraaf 2.7)
EC
703
- Verwijder de betreffende module en controleer of de gebeurteniscode verdwijnt. Zo
EC
niet, controleer dan de module erboven.
803
- H e r s c h i k de modules in de toren.
Opmerking: Een module met communicatieproblemen werkt vaak zonder beperkingen op de laagste
modulepositie, omdat er geen communicatie met de standaard nodig is.
EC 106
Zorg ervoor dat de nieuwste firmware is geïnstalleerd en start de batterij opnieuw op.
Als de code blijft bestaan: test een andere BCU indien beschikbaar.
EC 107
Onderspanning.
- Schakel het systeem snel uit om verdere ontlading te voorkomen. Controleer of het
systeem normaal kan worden uitgeschakeld (door 5 seconden op de LED-knop te
drukken).
- Als het systeem niet normaal kan w o r d e n uitgeschakeld, verwijder dan de BCU.
- Volg paragraaf 2.8 (instructies voor spanningsmeting en onderspanning).
8