Inhoudsopgave
Advertenties
2.8 Spanningsmeting en Onderspanning
LET OP: hoogspanning!
- Je kunt de maximale en minimale celspanning zien in de BeConnect app.
- Je kunt de gedetailleerde module- en celspanningen bekijken in het BCP-programma (hoofdstuk 2.5).
:
- Of meet handmatig volgens de volgende beschrijving
2.8.1 Meting van de torenspanning / totale spanning
Haal de BCU uit elkaar en meet de torenspanning op de bovenste
module zoals hiernaast afgebeeld.
Opmerking: De nominale spanning is ongeveer h e t aantal modules
vermenigvuldigd met 100 V (voor HVS) of het aantal modules
vermenigvuldigd met 50 V (voor HVM). (Voorbeeld: 3 x HVS-
module → ca. 300 V // 5 x HVM-module → ca. 250 V)
Als de gemeten spanning aanzienlijk afwijkt van de nominale
waarde, controleer dan als volgt de elektrische spanning op de
afzonderlijke modules:
2.8.2 De spanning van afzonderlijke modules meten
Positief
Negatief
Meting:
2.8.3 Onderspanning
Een module waarin een van de 32 (HVS) / 16 (HVM) batterijcellen een spanning van <1,5 V heeft, is
ondervolt (controleer indien mogelijk met BCP (hoofdstuk 2.5) / BC).
Modules HVS met >90 V en HVM met >45 V zouden in orde moeten zijn en andere items kunnen gecontroleerd
worden volgens deze servicehandleiding. Zorg er altijd voor dat de firmware up-to-date is!
Als de spanning van de module <90 V (HVS) / <45 V (HVM) maar de spanning v a n de enkele cel >1,5 V is, moet
de batterij snel worden opgeladen - volg de instructies van EC110 in paragraaf 2.6.
- Als slechts één module onderspanning heeft: Verwijder deze en probeer de batterij op te starten
(als het resterende aantal modules nog overeenkomt met de lijst van compatibele omvormers). Voorkom
anders verdere overontlading (bijvoorbeeld door de BCU op te heffen).
10
Advertenties
Inhoudsopgave
