4.5. Nabijheid van brandbare materialen
• Opzij van de kachel
• Achter de kachel
• Meubel voor de kachel
• Boven de topplaat
• Verticale schoorsteenbuis
• Horizontale schoorsteenbuis
De hierna volgende aanwijzingen kunnen afwijken van regionaal of nationaal geldende regelgeving.
Wetten en regels die gelden in het land waar de kachel wordt geïnstalleerd moeten altijd worden
gevolgd.
Neem bij twijfel contact op met de erkende Heta dealer.
4.6. Het rookgassysteem van de kachel.
Het rookgassysteem van de kachel werkt met een lichte onderdruk in de brandkamer. Het is van
het grootste belang dat de schoorsteen direct in de buitenlucht uitkomt en dat de rook niet terecht
kan komen in een gesloten of half gesloten ruimte zoals een garage, gang, zolder of andere
plaats waar de rookgassen zich kunnen ophopen.
De schoorsteen moet altijd worden geïnstalleerd in overeenstemming met nationaal of
regionaal geldende voorschriften
4.7. Schoorsteentrek.
De Greenfire pelletkachel werkt gedeeltelijk onafhankelijk van de werking van de schoorsteen
omdat de rookgassen uit de brandkamer worden getrokken door een rookgaszuiger. Als de trek in
de schoorsteen echter hoog is, raden we aan een reduceerventiel te installeren. De schoorsteen
zou anders de rol van de rookgaszuiger kunnen 'overnemen' waardoor er teveel zuurstof in de
brandkamer kan komen. De kachel werkt optimaal bij een schoorsteentrek van 11 Pascal
(gebruikte waarde bij de test/goedkeuring) in een schoorsteenkanaal met
4.8. Externe luchttoevoer.
In hermetisch gesloten omgevingen met lage ventilatie kan het lastig zijn om voor voldoende
luchttoevoer te zorgen. Het kan dan nodig zijn extra lucht naar de ruimte te voeren.
4.9. Aansteekproblemen.
Tijdens de aansteekfase kan het voorkomen dat er geen vlammen ontstaan in de kachel.
Als de kachel niet kan worden aangestoken, wordt hij automatisch uitgeschakeld en wordt de
foutmelding 'geen pellets' getoond. (zie punt. 8.6.5. )
4.10. Voorafgaand aan de eerste keer aansteken.
1) Lees de hele handleiding grondig door alvorens u de kachel aansteekt.
2) Monteer het bedieningspaneel en de bijgeleverde kabel. ( zie punt 4.2. )
3) Sluit de pelletkachel op de juiste manier aan op de rookgasafvoer
4) Vul de pellethouder (pelletdiameter 6-8 mm )
5) Open de deur van de kachel en controleer of de verbrandingsschaal in het frame is geplaatst
en of de baffle-plaat bovenin de kachel is bevestigd
6) Sluit de kacheldeur weer. Maak de deur van de kachel nooit open terwijl de kachel brandt.
7) Rol de ruimtetemperatuursensor uit die achterop de kachel is bevestigd. Zorg er hierbij voor
dat de sensor niet in contact komt met warme oppervlakken
8) Sluit de kachel aan op een wandcontact met behulp van de bijgeleverde stroomkabel
9) Voer alle instellingen van uw keuze in via het bedieningspaneel en start daarna de kachel.
(Zie het gedeelte over de bediening van de kachel)
7,5 cm
4 cm
60 cm
20 cm
22,5 cm
15 cm
een diameter van 80mm.