GEBRUIKERSHANDLEIDING
Schaarhefbruggen
6. BEDIENING EN GEBRUIK
(Fig.15)
A. Veiligheidsdaalknop / parkeerknop
B. Signaallamp
C. Hoofdschakelaar
D. Stijgknop
E. Daalknop
B
C
A
E
HOOFDSCHAKELAAR (C)
positie 0: De hefbrug krijgt nu geen
stroom er kan nu eventueel een slot in
de hoofdschakelaar geplaatst worden
zodat een onbevoegde de hefbrug niet
kan gebruiken c.q. bedienen.
positie 1: Met de hoofdschakelaar in de
"1" positie is het elektrisch circuit
bekrachtigd.
STIJGKNOP (D
Bij
indrukken
wordt
bekrachtigd en zal de lift omhoog gaan.
DAALKNOP (E
Bij indrukken zal het daalventiel
bekrachtigd worden en de lift zal dalen
tot de veiligheidshoogte van 400 mm
vanaf de grond.
VEILIGHEIDSDAALKNOP (A)
Bij indrukken zal de zoemer en na
enkele seconden het ventiel bekrachtigd
worden. De hefbrug zal nu de laatste
300 mm zakken. En tevens zal de
hefbrug in de onderste stand indien
scheef aangekomen synchroniseren.
VOLGORDE VAN GEBRUIK
LET OP!! DE HEFBRUG MAG NOOIT
DIRECT VANUIT ZIJN NUL POSITIE
MET BELASTING HEFFEN !
7. ONDERHOUD
Industrieterrein IJsselveld, Vlasakker 11, 3417 XT, MONTFOORT, The Netherlands
ASGT3508
ASGT4008(L)
ASGT4008CAR
ASGT6008SCHAMEL
Voertuigpositionering
Controleer of de hefbrug in zijn onderste
stand geparkeerd staat. Rij voorzichtig
het voertuig op de hefbrug. Parkeer het
voertuig in het midden van het platform
en schuif de eventuele platform
D
verlengstukken uit.
Opnamepunten
Plaats de opnamerubbers onder de
krikopnamepunten van het voertuig
conform opgave autofabrikant.
Stijgen
Zet de hoofdschakelaar (C) in de "1"
positie en draai evt. de noodstopknop in
Fig.15
de goede positie druk op de stijgknop
(D) tot de gewenste hoogte is bereikt.
Laat de stijgknop los. Druk nu op
parkeerknop (A) om de hefbrug in zijn
vergrendeling te laten zakken. De
hefbrug stopt nu automatisch.
Dalen
Druk de daalknop (E) in. De hefburg zal
hierna dalen tot 300 mm boven de
grond. Kijk of de veiligheidsruimte onder
en rondom de lift vrij is van personen of
obstakels. Laat nu de hefbrug verder
zakken door op de parkeerknop (A) te
drukken.
de
motor
•
NOODDALEN (Fig.16)
Let
op
beveiliging ontgrendeld is. Indien dit
niet het geval is moet eerst met de
handpomp (A) de brug geheven
worden
beveiligingen vrij staan.
In geval van een stroomstoring is het
mogelijk om de brug te laten dalen op
de volgende wijze:
1.
Zet de hoofdschakelaar in de "0"
positie.
2.
Verwijder de schroefdop B van het
daalventiel.
3.
Verwijder de magneetspoel van
het daalventiel.
AUTEC Hefbruggen bv
Tel: +31 348 477000 Fax: +31 348 475104 E-mail:
dat
de
mechanische
totdat
de
mechanische
info@autec.nl
- 6 -
UITGAVE 15-6-2012
4.
Monteer schroefdop B op het
daalventiel en draai deze aan om
de hefbrug te laten dalen.
A
B
nl-TA-ASGT
Fig.16