Hoofdstuk 6: RENOVENT III MET NAVERWARMER
Algemeen
Naast hoofdstuk 1 t/m 5 is dit hoofdstuk van belang, indien de Brink Renovent III is uitgerust met
een naverwarmer.
Voor Brink Renovent III zijn 2 typen naverwarmers leverbaar, namelijk een 1-rij en een 2-rij naverwarmer
met respectievelijk een capaciteit van:
a.
1,5 kW bij 225 m
Hierbij kan de toevoerlucht van bijv. 10
b.
4,0 kW bij 225 m
Hierbij kan de toevoerlucht van 10
ventilatieverlies ook een bepaalde warmtebehoefte kan worden gedekt.
Uitvoering
De naverwarmer voor de Brink Renovent III bestaat uit een watervoerende koperen leiding in een pakket
dunne aluminium vinnen.
De in het toestel ingebouwde naverwarmer vormt een geïntegreerd onderdeel van het totale
warmteterugwinapparaat en heeft een geringe luchtzijdige weerstand.
De toevoerlucht wordt in eerste instantie voorverwarmd in het warmtewisselaarblok en wordt vervolgens
door de naverwarmer op de gewenste temperatuur gebracht.
De elektrische regeling is identiek aan die van een Renovent III zonder naverwarmer.
Aansluiting
Bij een Brink Renovent III, welke geleverd wordt met een naverwarmer, hebben de koperen toe- en
afvoerleidingen een diameter van 12 mm.
Bij het aansluiten van de naverwarmer op een c.v. of een ander warmwatersysteem dient men het
volgende in acht te nemen:
- Men dient de aansluitingen op de koperen leiding m.b.v. klemkoppelingen te maken.
Dit in verband met de kans op beschadiging van de kunststof delen in het toestel.
Demontage van de naverwarmer is naderhand hierdoor nog mogelijk.
- Bij het aanbrengen van de klemkoppeling c.q. los- en vastdraaien hiervan dient men meedraaien van
de koperen toe- en afvoerleiding van de naverwarmer te allen tijde te voorkomen i.v.m. lekkagebe-
schadigingen aan de warmtewisselaar.
- Er wordt geadviseerd een voorziening te treffen, zodat ontluchten mogelijk is, bijv. door montage van
ontluchtnippel boven nivo van warmtewisselaar in Renovent III.
3
/h.
3
/h.
o
C worden verhoogd tot 65
o
C worden verhoogd naar 30
o
C.
o
C, zodat naast dekking van het