Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Plaatsen Concentrische Systeem; Toepassing Met Dakdoorvoer - Dru Metro 100 Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Metro 100:
Inhoudsopgave

Advertenties

1 00 -
M E T R O
I N S TA L L AT I E H A N D L E I D I N G
Op het toestel moet u altijd met een verticale pijp
beginnen. U kunt beginnen met minimaal 0,5 meter
verticaal en maximaal 4 meter verticaal.
Let op Als u 0,5 meter verticaal op het toestel plaatst mag
de horizontale lengte maximaal 2 meter bedragen.
De luchtinlaatgeleider dient u te verwijderen (zie
6.8.2). (zie het voorbeeld in
Let op Als u 1 tot maximaal 4 meter verticaal op het toe-
stel plaatst mag de horizontale lengte maximaal 3
meter bedragen. De luchtinlaatgeleider dient u te
verwijderen(zie 6.8.2)(zie het voorbeeld in

6.5.2.2 Plaatsen concentrische systeem

Ga als volgt te werk bij het plaatsen van het concen-
trische systeem:
Bouw het systeem op vanaf (de aansluitstomp van)
het toestel.
Let op - Houd een afstand van minimaal 50 mm aan tussen
de buitenkant van het concentrisch systeem en de
wanden en / of plafond. Indien het systeem wordt
ingebouwd in bijvoorbeeld een koof, dient deze
rondom uitgevoerd te worden in onbrandbaar ma-
teriaal;
- Gebruik hittebestendig isolatiemateriaal bij door-
voer door brandbaar materiaal;
- De rozet (montagebinnenplaat) van de geveldoor-
voer is te klein om de opening van Ø 250 mm bij
doorvoer door brandbaar materiaal af te dichten. Daarom wordt eerst een hittebestendige tussenplaat van vol-
doende grootte op de muur bevestigd. Vervolgens wordt de rozet op de tussenplaat gemonteerd.
Sluit de concentrische pijpstukken en de bocht(en) aan;
Breng op elke verbinding een klemband met siliconen afdichtring aan;
Zet de klemband met een parker vast aan de pijp op plaatsen die na installatie onbereikbaar zijn;
Breng voldoende beugels aan, zodat het gewicht van de pijpen niet op het toestel rust;
Bepaal de resterende lengte voor de geveldoorvoer;
Maak de geveldoorvoer op maat;
!Let op - Zorg ervoor dat de juiste insteeklengte behouden blijft;
- Plaats de geveldoorvoer met de ril/felsnaad aan de bovenkant;
- Plaats de horizontale concentrische pijpstukken onder afschot naar de geveldoorvoer ter voorkoming van inwate-
rend regenwater.
Monteer de rozet (montagebinnenplaat); zonodig op een hittebestendige tussenplaat bij doorvoer door brandbaar
materiaal
Bevestig de geveldoorvoer vanaf de buitenzijde met vier schroeven in de daarvoor bestemde gaten.
!Let op Sommige hittebestendige isolatiematerialen bevatten vluchtige componenten, die langdurig een onaangename geur
verspreiden; deze zijn niet geschikt.

6.5.3 Toepassing met dakdoorvoer

6.5.3.1 Opbouw concentrische systeem
Op het toestel dient altijd eerst minimaal 1 meter concentrische pijp verticaal te worden aangesloten. Afhankelijk van
de opbouw van het concentrische systeem worden de restrictieschuif en/of luchtinlaatgeleiders afgesteld.
Ga nu als volgt te werk:
1. Bepaal het aantal benodigde bochten (er wordt geen onderscheid gemaakt tussen 45° en 90° bochten).
2. Bepaal de horizontale pijplengtes in meters.
3. Bepaal de verticale/schuine pijplengtes (zonder dakdoorvoer) in meters.
Met deze gegevens kunt u met behulp van Tabel 1 nagaan of het afvoersysteem toelaatbaar is en welke afstellingen
hierbij horen. De werking van de tabel is als volgt; zoek in de eerste 2 linker kolommen het aantal bochten en de
horizontale lengte en zoek in de 3
vervolgens in Tabel 2 welke instructies ten aanzien van luchtinlaatgeleider en restrictieschuif hierbij horen (zie voor
plaatsing /verwijdering 6.8).
Fig. 4a
).
Fig. 4b
).
Fig. 4a
Fig. 4b
e
kolom de verticale/schuine lengte, u komt dan uit bij de letter A, B of C. Kijk
7
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Metro 100 tunnel

Inhoudsopgave