Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dru Metro 100 Installatiehandleiding pagina 18

Verberg thumbnails Zie ook voor Metro 100:
Inhoudsopgave

Advertenties

Probleem
C. Geen geluidssignaal
D. Eén doorlopend geluids-
signaal van 5 sec.
(Mogelijk zijn er 7 korte
piepen vóór het 5 sec.
geluidssignaal)
E. Geen waakvlam
F. Elektronica blijft vonken
terwijl de waakvlam brandt
G. Waakvlam brandt wel
maar magneetklep sluit
na ca. 10 seconden of
wanneer het toestel heet
wordt
H. Er zijn wel korte geluids-
signalen maar geen von-
ken en er is geen geluid/
getik hoorbaar van de
magneet die de klep opent
I. Waakvlam brandt maar er
is geen gasstroom naar
de hoofdbrander
NL
18
Tabel 3: diagnose van storingen
Mogelijke oorzaak
1. Ontvanger beschadigd.
1. Losse bedrading
2. Ontvanger beschadigd.
3. Kromme pennen van de 8-
draadsconnector.
4. Magneetklep beschadigd
1. Lucht in de waakvlamleiding.
2. Thermokoppeldraden verwisseld.
3. Geen vonk bij de waakvlambrander.
4. Spuitstuk verstopt
1. Ontvanger beschadigd
1. Thermokoppel functioneert niet
2. Batterijen (bijna) leeg
1. Batterijen (bijna) leeg
1. Knop A staat in MAN stand.
2. Toestel staat op waakvlam stand.
3. Voordruk van het gas te laag.
4. Beschadigde magneetklep.
100 -
M E T R O
I N S TA L L AT I E H A N D L E I D I N G
Oplossing
1. Vervang de ontvanger en bevestig / wijzig de code
(oplossing 1 bij A).
1. Sluit de bedrading goed aan
2. Vervang de ontvanger en bevestig / wijzig de code
(oplossing 1 bij A).
3. Zorg dat de pennen van de 8-draads connector
recht staan.
4. Vervang het gasregelblok.
1. Spoel de leiding of start het ontstekingsproces
meerdere keren.
2. Controleer de polariteit van de thermokoppelbe-
drading.
Sluit de thermokoppeldraden goed aan.
3. Controleer of de onstekingskabel vrij ligt van
metalen delen.
Leg deze zonodig vrij; zie
Foto 22
Vervang zonodig de ontstekingskabel
Vervang zonodig de ontstekingspen
4.1 Reinig het spuitstuk
4.2 Vervang zonodig het spuitstuk
1. Vervang de ontvanger en bevestig / wijzig de code
(oplossing 1 bij A).
1.1 Meet de spanning, m.b.v. een digitale multime-
ter, ingesteld op mV bereik, door de kabels aan
te sluiten op de kabelschoen. De kabelschoen
bevindt zich aan de buitenkant, direct naast de
magneetmoer; zie
Foto 28
De spanning moet binnen 20 seconden tenmin-
ste 5 mV zijn.
Deze mag niet lager zijn wanneer het toestel
warm is
Is de spanning te laag, dan moet
- het thermokoppel beter in de vlam geplaatst
worden of
- het thermokoppel vervangen worden.
1.2 Controleer de grootte van de waakvlam.
Corrigeer een te kleine waakvlam.
1.3 Controleer de bedrading van het thermokoppel
naar de ontvanger.
Vervang zonodig de bedrading
2. Vervang de batterij
1. Vervang de batterijen.
!Let op Voorkom kortsluiting tussen de batterijen
en metalen delen van het toestel.
1. Draai knop A op gasregelblok naar ON; zie
2. Verhoog de vlamhoogte door op de knop ▲ van
de afstandsbediening te drukken.
3. Controleer voordruk.
Schakel zonodig het energiebedrijf in.
4. Vervang het gasregelblok.
Foto 25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Metro 100 tunnel

Inhoudsopgave