Vast kader
Er wordt één AF-kader gebruikt. Dit is handig wanneer u wilt scherpstellen
op een bepaald punt.
U kunt het AF-kader kleiner maken
•
Tik achtereenvolgens op ø en op n en selecteer het tabblad 4.
Tik vervolgens op [AF kader afm.] en kies [Klein].
•
De optie wordt ingesteld op [Normaal] wanneer u de digitale zoom
of digitale teleconverter
Als de camera niet kan scherpstellen wanneer u de sluiterknop half
indrukt, wordt het AF-kader geel en verschijnt
Het autofocuskader vergroten
Als u de sluiterknop half indrukt, wordt het AF-kader vergroot en kunt u de
scherpstelling controleren.
Wat als de weergave niet wordt vergroot?
De weergave wordt niet vergroot in de modus [Gezichts-AiAf]
kan worden gedetecteerd of als het gezicht te groot is in verhouding tot het scherm.
In [Vast kader] wordt de weergave niet vergroot als de camera niet kan scherpstellen.
(p. 68)
gebruikt.
Selecteer [AF-Punt Zoom].
●
Tik achtereenvolgens op ø
en op n en kies het tabblad 4.
Tik achtereenvolgens op [AF-Punt Zoom]
en op qr en kies [Aan].
Controleer de scherpstelling.
●
Druk de sluiterknop half in.
In [Gezichts-AiAf] wordt het gezicht dat
als hoofdonderwerp is gedetecteerd,
vergroot weergegeven.
Als u [Vast kader]
de inhoud van het AF-kader vergroot
weergegeven.
Het autofocuskader vergroten
.
(p. 87)
kiest, wordt
(p. 86)
als er geen gezicht
(p. 67)
87