I
Doorlopend fotograferen (seriemodus)
Leg beweging vast in een serie foto's.
Druk op de drive-knop en selecteer I CONTINU. De camera
maakt foto's terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt; de opna-
me eindigt als de ontspanknop wordt losgelaten of wanneer de
geheugenkaart vol is.
•
O
Als de bestandsnummering 999 bereikt voordat het fotograferen is
voltooid, worden de resterende foto's opgeslagen in een nieuwe map.
•
De opname eindigt wanneer de geheugenkaart vol is; de camera legt
alle foto's vast tot op dat punt. Serieopname wordt mogelijk niet gestart
als de beschikbare ruimte op de geheugenkaart onvoldoende is.
•
Beeldsnelheden kunnen traag zijn als er meer foto's worden gemaakt.
•
Beeldsnelheid varieert afhankelijk de scène, sluitertijd, gevoeligheid en
scherpstelmodus.
•
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen beeldsnelheden
traag zijn of fl itst de fl itser niet.
•
Opnametijden kunnen toenemen tijdens serieopnamen.
Belichting
Om de belichting per foto te variëren, selecteert u OFF voor D TOETS-/
SCHIJFINSTELLINGEN > SLUITER AE.
N
Afhankelijk van factoren zoals diafragma, gevoeligheid en belichtingscor-
rectie, wordt de belichting mogelijk niet automatisch aangepast.
5
85