ontgrendelen; in dit geval lichten alle andere toetsen op. Na meer dan 1 minuut inactiviteit wordt het
display automatisch vergrendeld en wordt de helderheid van het scherm verminderd met één derde van
de normale weergave. Druk even op de toets
relevante bedrijfsparameters weer te geven.
5.3 Zelfaanzuiging
Als u de pomp na installatie voor het eerst opstart, wordt die automatisch met water gevuld
(= zelfaanzuiging).
De zelfaanzuigfunctie wordt in boostmodus uitgevoerd: het systeem begint af te tellen van 1500 s en
stopt automatisch zodra de pomp volledig met water gevuld is. Na 60 s controleert het systeem nogmaals
of de zelfaanzuigcyclus voltooid is. Als dat het geval is, draait de pomp op 80%.
Opmerking:
Bij levering van de pomp is de zelfaanzuigfunctie ingeschakeld. Telkens wanneer u de pomp opnieuw
opstart, wordt de zelfaanzuigcyclus automatisch uitgevoerd. U kunt de standaardinstelling van de
zelfaanzuigfunctie wijzigen en uitschakelen (zie parameterinstelling in punt 5.8).
Als u de zelfaanzuigfunctie uitschakelt en de pomp langdurig niet gebruikt, kan het waterpeil in de
zuigkorf dalen. Om die opnieuw te vullen, kunt u de zelfaanzuigfunctie handmatig activeren in
boostmodus (zie punt 5.8), De tijdsduur is instelbaar van 600 tot 1500 s (standaardinstelling = 600 s).
langer dan 3 seconden ingedrukt om de boostmodus te beëindigen.
Houd de toets
5.4 Tegenspoelen
U kunt de tegenspoel- of snelle recirculatiecyclus in elke bedrijfsstand starten door te drukken op de
toets
.
Standaardinstelling
Tijdsperiode
180 s
Werkbereik
100%
Als het tegenspoelen voltooid is of uitgeschakeld werd, houdt u de toets
pomp terug te schakelen in de normale bedrijfsstand zoals vóór het tegenspoelen.
6
om het display uit de slaapstand te halen en de
Instelbereik
Druk op de toets
stellen van 0 tot 1500 s in stappen van telkens 30 s.
80-100%, zie punt 5.8 voor de parameterinstelling.
of
om de tijdsduur in te
3 seconden ingedrukt om de