6. BEVEILIGING EN PROBLEMEN
6.1 Waarschuwing voor hoge temperatuur en snelheidsverlaging
Wanneer in de 'Automatische/Handmatige invertermodus' en de 'Timermodus' (behalve
terugspoelen en zelfaanzuiging) de moduletemperatuur de activeringswaarschuwingsdrempel voor hoge
temperatuur (81 °C) bereikt, dan wordt hogetemperatuurwaarschuwingsstatus geactiveerd. Wanneer de
temperatuur daalt tot de deactiveringswaarschuwingsdrempel voor hoge temperatuur (78 °C), dan wordt
de hogetemperatuurwaarschuwingsstatus gedeactiveerd. In het display verschijnt afwisselend AL01 en de
werksnelheid of het debiet.
1) Bij de eerste weergave van de foutcode AL01 wordt het werkbereik automatisch teruggeregeld als volgt:
a.
Als het huidige werkbereik hoger is dan 85%, wordt dit automatisch verminderd met 15%.
b.
Als het huidige werkbereik hoger is dan 70%, wordt dit automatisch verminderd met 10%.
c.
Als het huidige werkbereik lager is dan 70%, wordt dit automatisch verminderd met 5%.
2) Als de foutcode AL01 meermaals verschijnt, is het aan te raden de moduletemperatuur om de
2 minuten te controleren. Telkens als de temperatuur 1 graad Celsius stijgt ten opzichte van de vorige
temperatuur wordt de snelheid met 5% verlaagd.
6.2 Beveiliging tegen onderspanning
Wanneer het apparaat detecteert dat de ingangsspanning lager is dan 200 V, dan zal het apparaat het
huidige werkbereik beperken.
Bij een ingangsspanning kleiner dan of gelijk aan 180 V wordt het werkbereik beperkt tot 70%.
Bij een ingangsspanning tussen 180 V en 190 V wordt het werkbereik beperkt tot 75%.
Bij een ingangsspanning tussen 190 V en 200 V wordt het werkbereik beperkt tot 85%.
6.3 Probleemoplossing
Probleem
De
pomp
start
niet
De
pomp
voert
geen
zelfaanzuigcyclus
9
Mogelijke oorzaken en oplossing
• Stroomstoring of -uitval, bedrading losgekoppeld of defect.
• Doorgebrande zekeringen of thermische overbelasting.
• Controleer of de motoras vrij en zonder belemmeringen kan draaien.
• Langdurig niet gebruikt. Haal de stekker uit het stopcontact en draai de motoras
enkele keren met de hand rond met een schroevendraaier.
• Maak de pomp / zuigkorf leeg. Zorg ervoor dat de pomp / zeefkorf gevuld is met
water en dat de O-ring van het deksel schoon is.
• Losse aansluitingen aan de aanzuigzijde.