8 Configuratie
Grenzen op de werking van de warmtepomp
Tijdens het bereiden van warm tapwater kunnen de volgende
hysteresiswaarden worden ingesteld voor de werking van de
warmtepomp:
#
Code
Nvt
[6-00]
Het temperatuurverschil dat de AAN-
temperatuur van de warmtepomp
bepaalt.
Gebied: 2°C~20°C (standaard: 2°C)
Nvt
[6-01]
Het temperatuurverschil dat de UIT-
temperatuur van de warmtepomp
bepaalt.
Gebied: 0°C~10°C (standaard: 2°C)
Voorbeeld: instelpunt (T
)>maximum warmtepomptemperatuur–
U
[6‑01] (T
–[6‑01])
HP MAX
T
DHW
T
= T
60
U
BUH OFF
T
50
HP MAX
[6-01]
T
48
HP OFF
[6-00]
T
46
HP ON
40
30
20
HP
10
5
BUH
Back-upverwarming
HP
Warmtepomp. Als de verwarming met de warmtepomp te
lang duurt, kan de back-upverwarming extra bijverwarmen
T
UIT-temperatuur back-upverwarming (T
BUH OFF
T
Maximale warmtepomptemperatuur aan sensor in tank
HP MAX
voor warm tapwater voor huishoudelijk gebruik
T
UIT-temperatuur warmtepomp (T
HP OFF
T
AAN-temperatuur warmtepomp (T
HP ON
T
Warmtapwatertemperatuur
DHW
T
Temperatuur van gebruikersinstelpunt (ingesteld op de
U
gebruikersinterface)
t
Tijd
Voorbeeld: instelpunt (T
)≤maximum warmtepomptemperatuur–
U
[6‑01] (T
–[6‑01])
HP MAX
T
DHW
T
50
HP MAX
T
=T
45
U
HP OFF
[6-00]
T
43
HP ON
40
30
20
HP
10
5
HP
Warmtepomp. Als de verwarming met de warmtepomp te
lang duurt, kan de boosterverwarming extra bijverwarmen
T
Maximale warmtepomptemperatuur aan sensor in tank
HP MAX
voor warm tapwater voor huishoudelijk gebruik
T
UIT-temperatuur warmtepomp (T
HP OFF
T
AAN-temperatuur warmtepomp (T
HP ON
T
Warmtapwatertemperatuur
DHW
T
Temperatuur van gebruikersinstelpunt (ingesteld op de
U
gebruikersinterface)
t
Tijd
Uitgebreide handleiding voor de installateur
68
Beschrijving
T
= 60°C
U
T
= 50°C
HP MAX
HP
BUH
[6-01] =
2°C
[6-00] =
2°C
)
U
−[6-01])
HP MAX
−[6-00])
HP OFF
t
−[6-01])
HP MAX
−[6-00])
HP OFF
INFORMATIE
De maximum warmtepomptemperatuur hangt af van de
omgevingstemperatuur.
"14.8 Werkingsgebied" op
Timers voor gelijktijdig verzoek voor ruimteverwarming en
bereiden van warm tapwater
#
Code
Nvt
[8-00]
Nvt
[8-01]
t
Nvt
[8-02]
ERHQ+ERLQ011~016 + EHVH/X11+16S18+26CB
Voor
meer
informatie,
pagina 139.
Beschrijving
Niet wijzigen. (standaard: 1)
Maximale bedrijfstijd voor het bereiden
van warm tapwater. Het verwarmen van
warm tapwater stopt, zelfs als de
eindtemperatuur van het warm tapwater
NIET werd bereikt. De werkelijke
maximale bedrijfstijd hangt ook af van
instelling [8-04].
▪ Als
systeemlay-out
Kamerthermostaatregeling: Er wordt
alleen
met
voorgeprogrammeerde
rekening gehouden als er een verzoek
voor ruimteverwarming of -koeling is.
Als
er
GEEN
verzoek
ruimteverwarming/-koeling wordt de
tank
verwarmd
tot
wanneer
instelpunt bereikt wordt.
▪ Als
systeemlay-out
Kamerthermostaatregeling: Er wordt
steeds rekening gehouden met deze
voorgeprogrammeerde waarde.
Gebied: 5~95 minuten (standaard: 30)
Antipendeltijd.
Minimumtijd tussen twee cycli voor warm
tapwater. De werkelijke antipendeltijd
hangt ook af van instelling [8-04].
Gebied: 0~10 uren (standaard: 3) (stap:
0,5 uur) (alleen voor EHBH/X).
Gebied: 0~10 uren (standaard: 0,5)
(stap: 0,5 uur) (alleen voor EHVH/X).
Opmerking: De minimum tijd is 1/2 uur
zelfs als de geselecteerde waarde 0 is.
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P384975-1A – 2016.02
zie
=
deze
waarde
is
voor
het
≠