Goby
14. NERGENS LEUNEN op het systeem of de apparatuur. De apparatuur is niet bestemd
om het gewicht van een persoon te dragen.
15. Wees voorzichtig met verplaatsen van Goby system/accessoires als een patiënt
aangesloten is.
16. De ingebouwde pomp is ontworpen voor gebruik met alleen water en zout.
17. De infuusstandaard is niet bestemd om het gewicht van het apparaat te dragen. Cart of
tafel niet optillen met de infuusstandaard.
18. De infuusstandaard NIET INSTELLEN met een infuuszak/fles aan de haak. De
infuuszak/fles altijd eerst verwijderen alvorens de infuusstandaard in te stellen.
19. De Goby system componenten NIET STERILISEREN.
20. ALLEEN door LABORIE geleverde invoer/uitvoersnoeren en kabels gebruiken.
21. Als het systeem bloot gesteld wordt aan ESD bestaat de kans van 'RESETTING'.
22. Transductors nooit tijdens een onderzoek in een stopcontact steken of eruit halen. De
procedure stoppen vóór u transductors in een stopcontact steekt of eruit haalt.
23. Nooit vingers in de pompkop steken als de pomp rollers in beweging zijn.
24. Verzeker u ervan dat alle wielen geblokkeerd zijn gedurende onderzoeken om te
voorkomen dat de patiënt gewond raakt.
25. LABORIE is niet verantwoordelijk voor het verloren gaan van patiëntbestanden of
van onderzoekgegevens. Regelmatige back‐up van patiëntgegevens is aanbevolen.
26. Extra apparatuur, aangesloten aan medisch‐electrische apparatuur, moet voldoen aan
de respectievelijke IEC of ISO normen (b.v. IEC 60950 voor data processing apparatuur).
Alle configuraties moeten voldoen aan de eisen van medisch electrische systemen. Een
ieder die extra apparatuur aansluit op medisch ‐lectrische apparatuur configureert in
feite een medisch systeem en is er verantwoordelijk voor dat het systeem voldoet aan
de eisen van het medisch‐electrische systeem. Belangrijk is het te weten dat
plaatselijke wetten voorrang hebben over bovengenoemde vereisten. Bij twijfel,
raadpleegt u de plaatselijke Laborie vertegenwoordiger of de Technische Dienst.
27. Transthoracale stimulatie, zoals het dichtbij elkaar houden van anode en kathode
stimulatie sites moet vermeden worden.
28. Het aansluiten van patiënten aan hoge frequentie chirurgische apparatuur, en een
electromyography, of reactie‐opwekkende‐apparatuur kan brandwonden tot gevolg
hebben op de plaats van de electrische stimulator van biopotentiële input part
electroden evenals mogelijke schade aan electrische stimulators of biologische
versterkers.
29. Behandelingen in de nabijheid (1 meter) van korte of microgolf therapie apparatuur kan
instabiliteit in de output van de stimulator tot gevolg hebben.
3
Gebruikershandleiding