10.3.3
Batterij weggooien
Gooi batterijen niet in het vuur, want ze kunnen ontploffen. Batterijen kunnen ook ontploffen
als ze beschadigd zijn. Gooi de batterijen weg volgens de plaatselijke voorschriften en recycle
ze indien mogelijk. Gooi ze niet bij het huishoudelijk afval. Haal cellen of batterijen niet uit elkaar
en open en versnipper ze niet. Als een batterij lekt, mag de vloeistof niet in contact komen met
de huid of de ogen. Schakel in geval van lekkage of gevaar onmiddellijk medische hulp in.
10.3.4
Voorkom kortsluiting
Maak geen kortsluiting in de batterij. Onbedoelde kortsluiting kan zich voordoen wanneer een
metalen voorwerp zoals een muntstuk, clip of pen de positieve (+) en negatieve (-) polen van
de batterij rechtstreeks met elkaar verbindt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een
reservebatterij in uw zak of gereedschapskist meeneemt. Kortsluiting aan de polen kan de
batterij of het aangesloten voorwerp beschadigen.
10.3.5
Vermijd hoge temperaturen
Als de batterij op warme of koude plaatsen wordt achtergelaten, zoals in een afgesloten auto
in de zomer of de winter, vermindert dat de capaciteit en de levensduur van de batterij. Voor
de beste resultaten moet u de batterij tussen –10 °C en +50 °C (+14 °F en 122 °F) bewaren.
Een apparaat met een warme of koude batterij werkt mogelijk tijdelijk niet, zelfs als de batterij
volledig is opgeladen. De prestaties van de batterij zijn met name beperkt bij temperaturen
ver onder het vriespunt.
Pagina 137 van 148
RealWear Navigator 500™ Gebruikershandleiding
Versie 1.0