REAL® 6100 PLUS met LiNX-besturingssysteem
9.8. Positie van bedieningskast aanpassen
De bedieningskast kan in de diepte en zijwaarts versteld worden. Om in de
diepte te verstellen draait u schroef (1) los met een inbussleutel van 5 mm en
een ringsleutel van 10 mm. Zet de bedieningsarm naar de gewenste stand (drie
mogelijke posities) en monteer dan de schroef. De bedieningskast kan naar de
binnenkant of de buitenkant van de armsteun verplaatst worden.
De bedieningsarm heeft twee scharnieren, waardoor zijwaartse verplaatsing
van de bedieningskast mogelijk is zonder gereedschap. Zet de bedieningskast in
de gewenste positie. De bedieningskast kan op de rechter (standaard) of linker
armsteun geplaatst worden.
Met parallelogram
Met een magnetische bevestiging is de afstelling parallel aan de armsteun
mogelijk. Pas de positie aan met schroef (1) en zet de schroef vast. Zet de
bedieningskast in de gewenste positie en laat los.
9.9. Rem vrijgeven
9.10. Programmeereenheid
Het rijprogramma mag alleen worden aangepast door gekwalificeerde voorschrijvers en technici.
Selectie van functies die geprogrammeerd kunnen worden:
•
Snelheid vooruit
•
Versnelling vooruit
•
Remweg vooruit
•
Snelheid achteruit
•
Versnelling achteruit
•
Remweg achteruit
Het vrijgeven van de rem geeft de gebruiker de mogelijkheid
om de stoel handmatig te verplaatsen. Om vrij te geven, trekt
1
u de hendel naar u toe (1), omlaag in de afbeelding aan de
rechterkant. Om de rem weer in te schakelen, drukt u de
hendel weer terug naar de oorspronkelijke positie. Als de
stoel losgekoppeld wordt terwijl deze is ingeschakeld, wordt
op de bediening een alarm weergegeven en kan de stoel niet
rijden. Als de rem weer ingeschakeld wordt, verdwijnt het
alarm en kunt u weer met de stoel rijden.
!
•
Draaisnelheid
•
Draaiversnelling
•
Remmen bij draaien
•
Gevoeligheid van joystick
•
Gebruik van externe joystick
•
Omgekeerde werking van joystick
14
1
1
De stoel mag nooit in een voertuig worden vervoerd
terwijl de rem is vrijgegeven.
!
Voor een veilig gebruik van de
stoel door de gebruiker moet het
rijprogramma worden aangepast
aan de gebruiker en aan de
omgeving.
20-06923-NL-01