POWER FEED 84, POWER FEED 84 DUBBEL
PROBLEMEN
(SYMPTOMEN)
Foutcode
Err 18 Configuratiefout
Err 81 Overbelasting motor, lange termijn.
Err 82 Overbelasting motor, korte termijn.
De draadaanvoereenheid start niet op -
geen spanning, geen koude voeding.
De groene LED op de draadaandrijving of
gebruikersinterface knippert snel.
De aanvoereenheid zit vast in procedure B.
Als u de testprocedures om enige reden niet begrijpt of als u de testen/reparaties niet veilig kunt uitvoeren, neemt u contact op met
uw lokale geautoriseerde praktijkservicevoorziening van Lincoln voor technische hulp bij foutoplossing voordat u verdergaat.
Observe all Safety Guidelines detailed throughout this manual
MOGELIJKE
OORZAAK
Foutcodes ArcLink-systeem
Omschrijving
1. De instelling van de DIP-schakelaar
voor de gebruikersinterface komt niet
overeen met de draadaandrijvingen.
De UI is ingesteld voor "enkel" met een
"dubbele" draadaandrijving, of de UI is
ingesteld voor "dubbel" met een
"enkele" draadaandrijving.
1. De motor van de draadaandrijving is
oververhit.
1. De stroomopname van de motor van
de draadaandrijving heeft de limieten
overschreden, doorgaans omdat de
motor zich in een vergrendelde
rotorstatus bevindt.
1. De werkdetectiekabel is losgekoppeld
of heeft een slechte elektrische
aansluiting. (Over de boogmodellen)
2. De voeding is UIT.
3. De circuitonderbreker voor de
draadaanvoereenheid op de voeding is
u i t g e s c h a k e l d .
(besturingskabelmodellen)
4. De besturingskabel kan los zitten of
beschadigd
(besturingskabelmodellen)
1. Verlies van ArcLink-communicatie tussen
de draadaanvoereenheid en de voeding.
2. Verlies van ArcLink-communicatie
tussen de draadaandrijving en de
regelkast van gieksystemen
3. Meerdere aanvoereenheden zijn
aangesloten op de voeding.
1. Een pistool met dubbele procedure
wordt
1. Verifieer dat de DIP-0schakelaar van
1. Controleer dat de elektrode gemakkelijk
2. Verwijder scherpe bochten uit het
3. Controleer dat de spindelrem niet te
4. Verifieer dat een hoogwaardige
5. Wacht tot de fout is gereset en de motor
1. Controleer dat de motor vrij kan draaien
2. Verifieer dat de tandwielen vrij zijn
1. Sluit de werkdetectiekabel aan op het
2. Zet de voeding AAN.
3. Reset de circuitonderbrekers.
4. Maak de besturingskabel vast,
zijn.
1. Controleer de kabels op goede
2. Controleer de kabels op goede
3. Upgrade de software in de voeding.
1. Wijzig de positie van de dual
OPGELET
E-2
FOUTOPLOSSING
AANBEVOLEN
AANPAK
Mogelijke aanpassingen
de gebruikersinterface in de juiste
stand staat.
door het pistool en de kabel schuift.
pistool en de kabel.
strak staat.
elektrode wordt gebruikt.
is afgekoeld (ongeveer 1 minuut).
wanneer de inactieve arm open is.
van vuil.
werk op een locatie die vrij is van vuil,
roest en verf.
repareer of vervang het.
aansluitingen.
aansluitingen.