Advertenties
ALARMS <menu>
Supervisor niveau
Display van de alarmhistorie
Druk op
om door de opgeslagen alarmen te scrollen.
De alarmhistorie kan door de supervisor gereset worden.
Wanneer er een probleem ontstaat met het gebruik van de TrueFeed , dan geeft de display een error code en een beschrijving aan. Ook
begint het alarm LED te branden. Samen met deze getoonde error kan er een output contact gewisseld worden.
Om tijdens procutie een alarm / waarschuwing te resetten druk op Stop
Vrij programmeerbare errors kunnen geconfigureerd worden door een Alarm of Waarschuwing.
Waarschuwing:
Waarschuwing output is ON, maat het doseerapparaat blijft lopen (24VDC contact)
Alarm:
Alarm output is ON het doseerapparaat stopt te lopen
Om de vrij programmeerbare outputs in alarm of waarschuwing in te stellen moet ga het ALARMS menu binnen. Allereerst wordt de alarm
historie getoond. De alarmen en waarschuwingen worden hier opgeslagen. De alarmhistorie kan gerest worden door een master reset
ALARMS in het CONFIGURATIONS menu uit te voeren.
Wanneer u de menu
knop nogmaals indrukt dan gaat u het configuratie menu binnen.
Hier kan u de alarm- of waarschuwingsoutput instellen met
Error
code
Alarmen/ Warnings , Vrij programmeerbaar
Beschrijving
00
Laag niveau van de trechter
Materiaal is lager dan het trechter leeggewicht , ingesteld in het configuratie menu
01
Maximale afwijking overschreden
De afwijking van de materiaaloutput is hoger dan de ingestelde waarde in het
CONFIGURATIONS menu
Waarschuwingen, Niet verstelbaar
02
Vulsysteem niet in staat materiaal te laden
Vulsysteem werkt niet goed.
03
Maximale RPM overschreden, ruil dosing tool in voor
Berekende motorsnelheid is te hoog
hogere capaciteit.
05
Calibratie, geen gewichtsveranders.
Geen gewichts verandering tijdens calibratie.
06
EX-HH level
Hoppergewicht is groter dan het EX-HH nivo
07
Minimale motorsnelheid < 0,1 RPM
Berekende motorsnelheid is te laag
Alarmen, Niet verstelbaar
08
Motor fout aangesloten:
Motor niet aangesloten / Motor of aansluiting beschadigd
09
Parameters beschadigd
Controleer configuratieparameters
10
Parameters set ingesteld op fabrieksinstellingen
Controleer parameters
11
Load cell calibratie ingesteld op fabrieksinstellingen
Recalibreer de load cell
12
Job en curve database geïnitialiseerd
Jobs en Materialen zijn gereset
13
Load cell fout aangesloten
Load cell connectie is niet correct
Alle waarschuwing behalve error code 05 kunnen zichzelf uitschakelen. Het is mogelijk de waarschuwingen weg te drukken maar
wanneer de error aanwezig blijft dan komt de waarschuwing na 60 seconden weer tevoorschijn.
CONSUMPTIE <menu>
Tooling/ Supervisor niveau
De volgende parameters worden in dit menu getoond:
Batch:
Verbruik van een batch
Batch reset:
Reset batch verbruik:
Total:
Totaal verbuik
Total reset:
Reset batch en Total verbruik
BESTANDEN <menu>
Supervisor niveau
In dit menu kan je naar bestanden zoeken en deze verwijderen of hernoemen.
Wanneer u het file manager menu binnen gaat dan kan u twee file typen selecteren: Materiaal (materiaal kalibraties) of Jobs (Productie
jobs).
Na bevestiging, gaat u de bestandslijst binnen. U kan zoeken naar bestanden en deze verwijderen of hernoemen.
Zoeken:
letter en
= De bestanden die beginnen met deze letter worden getoond.
Zoeken:
en
= alle bestanden worden getoond
Zoeken:
= Scroll door de bestanden.
= VERWIJDEREN of HERNOEM een bestand. Bestand wordt verwijderd of hernoemd na bevestiging met <Enter>.
EVENT LOG
Tooling / Supervisor niveau
De historie van de events of veranderde instellingen worden in dit menu opgeslagen.
of / en menu
.
(Potential free contact)
en bevestigen.
:
Optioneel:
Schuifmechanisme voor materiaalkalibraties op de machine.
Doseerpositie
TrueFeed F.A.Q en Trouble shooting
ALEGEMEEN
De volgende variabelen beïnvloeden de nauwkeurigheid en de herhaaldelijkheid van het systeem:
1.
Materiaaleigenschappen. Easy flowing, niet-plakkerig en niet-statisch materiaal dat voorkomt in de vorm van klein granulaat of
poeder dat erg nauwkeurig en constant gedoseerd kan worden.
2.
Periodieke reiniging van de doseercilinder en afdichting is noodzakelijk om een goed te opereren.
3.
Extreme vibraties en schokken kunnen een negatieve invloed op de prestaties van het systeem hebben.
4.
Vacuüm of overdruk in het halsstuk veroorzaakt door drogers of hopper loaders.
Naast de tot nu genoemde variabelen hangt de shot-to-shot nauwkeurigheid bij injection molding af van de shottijd in combinatie met de
grootte en gewicht van het granulaat.
Wanneer er relatief groot en zwaar granulaat in een erg korte tijd gedoseerd moet worden dan heeft dit invloed op de shotnauwkeurigheid
en de herhaaldelijkheid. Dit heeft ermee te maken dat er maar een paar granulaat deeltjes worden gedoseerd per shot en dus maakt één
granulaat deeltje meer of minder wel degelijk een verschil.
if
Systeem start NIET op wanneer de unit aangezet wordt
1.
De hoofdstop in de besturing is opgeblazen
Kleurvariaties
1.
Onstabiele relais of tacho signal.
2.
Bridging of rat holing van het materiaal in de trechter kan gebeuren doordat material niet vrij stroomt.
3.
Bridging of rat holing van het materiaal in de trechter kan voorkomen wanneer materiaal extreem statisch is.
4.
Extreem statisch materiaal kan de doseercilinder verontreinigen.
5.
In geval van een watergekoeld halsstuk, controleer of er zich materiaal rond de doseercilinder en de watergekoelde pijp ophoopt.
Controleer ook of de watertoevoer naar het halsstuk goed is.
Wegen is niet correct
1.
Controleer of transportbeveiliging verwijderd is.
2.
Weegplatform is door iemand aangeraakt en waardoor wegen beïnvloed word.
3.
Hopper loader buizen zijn niet op de correcte manier vastgemaakt.
4.
Veiligheidsbouten staan niet vrij / raken het frame aan.
In calibrerende positie
Weegplatform
Advertenties
