Deel 2: Installatie TrueFeed
Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen wij u naar de gebruikershandleiding
ALGEMENE INFORMATIE
Gebruik het apparatuur alleen waar het voor ontworpen is. Het doseren van droge additivieven!
Voordat u het apparaat voor de eerste keer inschakelt, moet u er zeker van zijn dat de netspanning die van toepassing is,
geselecteerd wordt d.m.v. de spanningskeuze schakelaar van de netspanning.
Schakel de Conair besturing altijd uit verwijder de stekker uit de contactdoos voordat u onderhoud uit gaat voeren.
Het
symbool garandeert dat het apparaat conform de voorschriften en veiligheidsvoorschriften van de Europese Unie is
geproduceerd.
Zorg ervoor dat alle onderdelen stevig vastzitten aan de extruder of injection molding machine.
LOGIN <menu>
supervisor niveau
De TrueFeed heeft 3 operatie / gebruikersniveaus gedefinieerd:
Gebruikersniveau Ingestelde code Toegang
Operator
0000
productie-instellingen / hopper loader instellingen / gewichtscheck / consumptie /
alarmhistorie.
Tooling
1111
zelfde als operator & additionele materiaalkalibraties / job functionaliteit.
Supervisor
2222
zelfde als tooling & additioneel systeem configuratie / alarm configuratie /
file management / load cell kalibratie.
Wachtwoord vergeten: Raadpleeg de gebruikershandleiding.
Wanneer het verkeerde wachtwoord ingevoerd is, dan wordt het gebruikersniveau automatisch op operator level ingesteld.
Key lock: Het key board kan hier (un)locked worden. Gebruikersniveau wordt automatisch ingesteld op to operatorsniveau.
CONFIGURATIE <menu>
supervisor niveau
Voor de eerste setup moet de TrueFeed besturing eenmaal geconfigureerd worden in het SYSTEM menu. Afhankelijk van de
instellingen, worden sommige parameters (on)zichtbaar (dit hangt af van in hoeverre ze belangrijk zijn).
Verklaring van de parameters:
Language:
Standaardtaal is Engels. Op verzoek zijn er meerdere talen beschikbaar.
Motor type:
LT is Low Torque motor en HT is High Torque motor
Cylinder type:
Type doseercilinder / doseerschroef (zie handleiding voor alle types)
Material type:
Type materiaal, normaal granulaat (NORMAL) en micro granulaat (MICRO)
CAL dev:
Kalibratie afwijking, Maximaal toegestane afwijking gedurende materiaalkalibratie.
Control mode:
Gravimetrische modus (GRAVI) of Rotatie modus (RPM)
Prod. Mode:
selecteer extruder (EXT) of injection molding (INJ)
Input mode:
Type inputsignaal. Relais, Timer of Tacho (alleen met extruder)
Fill. System:
Vulsysteem, ME of MV of EX
Hopper fill:
Wanneer materiaalgewicht in de trechter lager is dan de waarde (800gr.), dan start het vullen
EX-H level:
The schuif wordt gesloten als het hoppergewicht groter is dan 2500 gr. (default)
EX-HH level:
HH is hoog nivo melding. Komt op wanneer hoppergewicht groter is dan 3000 gr. (default)
Hopper Empty:
Wanneer materiaalgewicht in de trechter lager is dan de waarde (700gr.) dan verschijn het alarm.
Deviationalarm:
Afwijking % ten opzichte van het maximale afwijkingsalarm.
Jobs enabled:
Inschakelen / uitschakelen productiejob functionaliteit
Auto start:
Inschakelen / uitschakelen automatische startup nadat Voltage dip of main power uitgeschakeld is
Master reset:
Reset alarm historie (ALARMS) / materiaal kalibraties (MATER.) /
productiejobs (JOBS) of al deze resets samen (ALL)
IP:
IP-adres voor gebruik in een netwerk
Name:
Geef een naam or getallen voor individuele identificatie (voor gebruik in een netwerk)
Start user:
Gebruikersniveau om op te starten, wanneer main power van de besturing ingeschakeld wordt
Tooling password:
Wachtwoord voor Tooling gebruikersniveau, 4 getallen, ingesteld op 1111
Supervisor password:
Wachtwoord voor Supervisor gebruikersniveau 4 getallen, ingesteld op 2222
Conversion:
selectie van eenheid: Metrisch [gr/s], Imp [lbs/hr], kg/h [in plaats van gr/s]
Full scale:
De geselecteerde loadcell is te zien
Modbus unit:
Unieke identiteit bij gebruik in Modbus netwerk
Date:
Actuele datum
Time:
Actuele tijd
LOAD CELL <menu>
Supervisor niveau
In dit menu is het mogelijk om een load cell kalibratie uit te voeren. (500gr. Kalibratiegewicht is benodigd)
Voer altijd een load cell calibratie uit nadat de machine geïinstalleerd is, met een lege trechter, de motor en trechter bevestigd.
Zorg ervoor dat de besturing tenminste voor 15 minuten aanstaat en het systeem stabiel is gedurende kalibratie.
Ga naar het LOAD CELL CALIBRATION menu.
Volg de schermen.
(dd / mm / yy)
(hh / mm / ss)
:
GEWICHTCHECK <menu>
Tooling / Supervisor niveau
De volgende parameters worden in dit menu getoond:
Gewicht:
Actuele gewicht op de weegschaal.
Object:
Gewicht van het object.
Nul:
Zet het gewicht van het object op nul.
Wanneer het gewicht van het object niet overeenkomt met het werkelijke gewicht dan moet er een load cell kalibratie uitgevoerd worden.
CALIBRATIE <menu>
Tooling / Supervisor niveau
De TrueFeed kan op twee manieren opgestart worden:
1)Start het apparaat zonder het materiaal voor te kalibreren.
Nadat de START knop ingedrukt is dan start het apparaat op een snelheid die gebaseerd is op de ingestelde curves die voorgekalibreerd
staan in de besturing.
2) Start het apparaat met het materiaal voor te kalibreren.
Nadat de START knop ingedrukt is begint het apparaat te doseren op een snelheid die gebaseerd is op de kalibraties die de gebruiker
opgeslagen heeft in de besturing.
Een materiaal kalibratie kan als volgt gedaan worden:
AUTOMATISCH, Kalibratie (complete curve) gebaseerd op interne referentie curves
Configureer de besturing in de control modus GRAVI.
Ga naar het CALIBRATION menu.
Voer uw productieparameters in, volg de schermen en start de kalibratie.
Het is mogelijk om gedurende kalibratie te stoppen
selecteer YES en bevestig. Om te stoppen, selecteer NO en bevestig.
Nadat u het opgeslagen heeft gaat u automatisch naar het PRODUCTION menu en de opgeslagen kalibratie wordt
automatisch geselecteerd.
PRODUCTIE <menu>
Tooling / Supervisor niveau
De volgende EXTRA parameters worden in het productiescherm getoond wanner u ingelogd ben als Tooling / supervisor
(afhankelijk van de configuratie):
Extrusie
Ext. cap:
Maximale extruder capaciteit (kg/uur). Deze waarde wordt gekoppeld aan de max. tacho voltage.
Max. tacho: Deze waarde (Volts) wordt gekoppeld aan de Ext. cap. (kg/uur)
Set tacho:
Automatische tacho voltage overgenomen van de tacho generator door YES/NO te selecteren en te bevestigen of door
het tacho voltage handmatig in te voeren bij Max. tacho.
Nadat er weer terug gegaan wordt operator mode dan worden deze instellingen (excl. set tacho) getoond maar kunnen niet veranderd
worden.
Wanneer de job functie ingeschakeld wordt (in configuratie menu) dan worden de volgende parameters getoond:
Prod Job:
Naam van de productie Job (Voor een Job lijst, druk op <Enter> 2 seconden)
Save Job:
Sla de job op in de Job lijst
De volgende gegegevens worden opgeslagen onder een JOB, afhankelijk van de configuratie:
Configuratie instellingen: Control mode / Prod. mode / Input mode
Productie instellingen:
Job beschrijving / Shotgewicht / kleur% / dos.tijd/ Ext. cap. / Max. tacho / RPM
Materiaalkalibratie
Voor een lijst van materiaal calibratie, ga naar Materiaal en druk 2 seconden op
gedaan in het tooling of supervisor niveau.
Regulatie mode: Automatisch/Handmatig
(deze functie is alleen zichtbaar wanneer het apparaat gestart wordt)
Deze functie maakt het mogelijk om te switchen tussen automatische bediening (Gravimetrisch) en handmatige bediening (RPM).
Opslaan gegevens
(deze functie is alleen zichtbaar wanneer het apparaat gestart wordt)
Met deze functie kunnen de actuele gegevens (RPM) opgeslagen worden. Een materiaalbeschrijving moet ingevoerd worden om de
actuele gegevens op te slaan.
Nadat het apparaat gestart wordt met de opgeslagen materiaalbeschrijving, dan loopt het apparaat met de opgeslagen RPM.
(bijvoorbeeld om de trechter bij te vullen). Om verder te gaan
. De materiaal beschrijvingen kunnen worden