NL
6.2
Ventilator
De stroombron is voorzien van een tijdregeling waardoor de ventilatoren na het
lassen 6,5 minuut nadraaien. De eenheid wordt hierbij in de energiebesparende
modus gezet. De ventilatoren gaan weer vol draaien als u weer gaat lassen.
De ventilatoren draaien op lage snelheid bij een lasstroom tot 110 A. Bij een hogere
stroom draaien ze op volle snelheid.
6.3
Oververhittingsbeveiliging
De lasstroombron is uitgerust met oververhittingsbeveiligingen die worden
ingeschakeld als de temperatuur te hoog wordt. De lasstroom wordt dan
onderbroken en op het besturingspaneel verschijnt een foutcode.
Als de temperatuur is gedaald, wordt de oververhittingsbeveiliging weer
uitgeschakeld.
7
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een veilige, betrouwbare werking.
LET OP!
Alle garantievoorwaarden van de leverancier komen te vervallen als de klant zelf tijdens
de garantieperiode reparaties uitvoert.
Alleen personen met de juiste elektrische kennis (bevoegd personeel) mogen de
veiligheidsplaten verwijderen.
7.1
Inspecteren en schoonmaken
Motor
Controleer regelmatig of de stroombron niet vervuild is.
Hoe vaak en op welke manier er gereinigd moet worden is afhankelijk van: het
lasproces, de lasboogtijden, plaatsing van de apparatuur en de omgeving.
Normaliter volstaat het om de stroombron jaarlijks schoon te blazen met droge
perslucht (lage druk).
Verstopte of afgesloten ventilatieopeningen kunnen oververhitting veroorzaken.
Lastoorts
De onderdelen van de lastoorts moeten regelmatig worden gereinigd en vervangen
om probleemloos te lassen.
bt30d1ha
- - 9 - -