NL
5
INSTALLATIE
De installatie dient door een bevoegd persoon te worden uitgevoerd.
Opmerking!
Vereisten voor de netvoeding
Apparatuur met een hoog vermogen kan de vermogenskwaliteit van het openbare elektriciteitsnet
beïnvloeden door de primaire stroom die van het net wordt afgenomen. Voor sommige typen
apparatuur kunnen daarom aansluitbeperkingen of --vereisten gelden met betrekking tot de
maximaal toegestane netimpedantie of de vereiste minimale toevoercapaciteit bij het aansluitpunt
op het net (zie technische gegevens). In dat geval is het de verantwoordelijkheid van de
installateur of gebruiker van de apparatuur om indien nodig in overleg met de netwerkbeheerder te
waarborgen dat de apparatuur kan worden aangesloten.
5.1
Hijsinstructies
5.2
Plaatsing
Plaats de lasstroombron zo dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd worden.
5.3
Netspanning
bt30d1ha
Zorg ervoor dat de lasstroombron op de juiste netspanning is
aangesloten en dat deze wordt beveiligd met een zekering van
voldoende sterkte. Zorg dat het apparaat volgens de
voorschriften wordt geaard.
Gegevens over aansluiting op netspanning
- - 7 - -