7
Inbedrijfstelling
7.6
Ontlastingsveren aanbouwen
De bovenstang zodanig aan de koppeldriehoek resp. aan het bovenste aankoppelpunt van de
machine aanbrengen dat de machine in opgeheven toestand indien mogelijk parallel tot de
bodem is uitgelijnd.
ü De machine is aan de trekker gemonteerd.
De machine via het voorste hydraulische systeem opheffen,
De machine stoppen en beveiligen,
Controleer de parallelliteit van de machine tot de bodem.
Æ Als de machine in opgeheven toestand parallel tot de bodem is gericht, met het
vastkoppelen doorgaan.
Æ Wanneer de parallelliteit te veel afwijkt:
De machine op de bodem neerlaten, .
De machine stoppen en beveiligen,
De bovenstang in het gatenpatroon op de koppeldriehoek verplaatsen.
De machine via het voorste hydraulische systeem opheffen,
Controleer de parallelliteit van de machine tot de bodem.
Het proces herhalen tot de machine parallel tot de bodem opheft.
7.6
Ontlastingsveren aanbouwen
KMG000-055
De machine via het voorste hydraulische systeem in de transportstand heffen.
De machine stoppen en beveiligen,
De ontlastingsveren (3) aan machinezijde in de gatenlijst (4) hangen.
De ontlastingsveren (3) aan trekkerzijde in de overeenkomstige opname ophangen.
INFO! Voor een correcte toepassing van de machine erop letten dat de maat
X=300-400 mm bedraagt (gemeten tussen het bevestigingspunt (5) van de
ontlastingsveer (3) en het draaipunt (6) van de trekkerhefarm).
Als de houder (2) voor het ophangen van de ontlastingsveer wordt gebruikt, de houder met
de klapstekker (1) borgen.
De ontlastingsveren er aan beide zijden gelijk inhangen.
48
zie
pagina 25.
zie
pagina 25.
zie
pagina 25.
Originele handleiding 150000805_02_nl
zie
pagina 56.
zie
pagina 56.
EasyCut F 320