Gebruiksaanwijzing
4.3
Membraan-drukschakelaar
Voorzichtig!
De max. druk van 10 bar (230 V) en 16 bar (400 v) mag niet overschreden worden! De
inschakeldruk moet bij 5 bar (230 V) en 9 bar bij (400 V) liggen en mag niet hoger of lager
liggen.
• Als basisinstelling zijn bovengenoemde waarden voor in- en uitschakeldruk vooringesteld.
Aanwijzing
Het afstellen moet onder druk met geopend tappistool/oliemeter plaatsvinden!
Instellen van de uitschakeldruk:
• De behuizing van de drukschakelaar verwijderen.
• Met een schroevendraaier de stelschroef A naar links of rechts draaien om de
uitschakeldruk in te stellen (zie afb. 4-1).
A Max. Drukwaarde
• Normaal loopt de pomp door. De stelschroef A tegen de klok in draaien tot de pomp
uitschakelt.
• Om te zorgen dat de pomp bij werking ook exact uitschakelt, de stelschroef A bij gesloten
tappistool /oliemeter nog max. 1 omwenteling doordraaien.
Voorzichtig!
De max. druk van 10 bar (230 V) en 16 bar (400 v) als uitschakeldruk mag niet overschreden
worden.
Instelling van de inschakeldruk:
• Met de drukverschil stelschroef B word het inschakelpunt ingesteld:
• Rechtsdraaien
=
• Linksdraaien
=
• Aansluitend de stabiliteit van de schakelpunten testen door meermaals het
tappistool/oliemeter te bedienen. Voor het juist functioneren van de drukschakeling, mag
de olietemperatuur niet onder +20 °C liggen. De olie niet buiten opslaan.
Abb. 4-1: Drukinstelling
Schakelpunt hoger
Schakelpunt lager
Oliepomp 10 l/min
B Drukverschil
7