Inhoudsopgave
Advertenties
Oliepomp 10 l/min
De opbrengst is te laag.
De oliepomp schakelt
voortdurend in.
De oliepomp schakelt bij
aftappen voortdurend aan en
uit.
De oliepomp schakelt niet uit,
of de schakeldruk wordt niet
bereikt.
De oliepomp loopt niet.
Tab. 9-1: Problemen
10
De temperatuur van het
medium is te laag.
De bypass is vervuild
Het filter in het tappistool
is vervuild.
Het terugslagventiel is
defect.
De inschakeldruk is te
hoog.
De pompcapaciteit is te
hoog.
Het aanzuigfilter is
vervuild .
De uitloop van het
tappistool is vervuild.
De membraanschakelaar
is te hoog ingesteld,
daardoor is de
pompopbrengst te laag.
De aanzuigleiding dicht
niet af.
De
Membraandrukschakelaar
is defect.
De bypass is te laag
ingesteld.
De stroomtoevoer is
onderbroken.
De inschakeldruk van de
membraandrukschakelaar
is te laag.
De beveiligingsschakelaar
is uitgeschakeld.
De veer in de
Membraandrukschakelaar
is gebroken.
Gebruiksaanwijzing
Het vat opslaan in een
verwarmde ruimte.
De bypass reinigen.
Filter van het tappistool reinigen.
Het terugslagventiel vervangen (
bevindt zich in de
luchtmeetbeveiliging zie nr. 13
Afb. 12-1) door een origineel
FMT exemplaar.
Inschakeldruk opnieuw instellen.
Draai de stelschroef van de
bypass uit tot de pomp constant
loopt (zie 4.2).
Zeef demonteren en reinigen.
Deze controleren en/of reinigen.
Stel de pompopbrengst in met
de membraandrukschakelaar
(zie 4.3).
Testen op lekkage en evt.
repareren.
Membraandrukschakelaar
vervangen door een originele
FMT-drukschakelaar.
Verstel de bypass (zie 4.2).
Controleer de aansluitkabel en
de zekeringen.
Verhoog de inschakeldruk
(zie 4.3).
Schakel de
beveiligingsschakelaar weer in/
wacht tot deze weer inschakelt.
Membraandrukschakelaar
vervangen door een originele
FMT-drukschakelaar.
Advertenties
Inhoudsopgave
