d
f
g
e
a
c
a
Binnenunit
b
Buitenunit
c
Gebruikersinterface
d
Luchtinlaat
e
Luchtuitlaat
f
Koelmiddelleiding en elektrische bedrading
g
Afvoerleiding
h
Aardingsdraad voor aarding van de buitenunit om
elektrische schokken te voorkomen.
VOORZICHTIG
Steek GEEN vingers, stokken of andere voorwerpen in de
luchtinlaat of -uitlaat. Verwijder de ventilatorafscherming
NIET. Wanneer de ventilator met hoge snelheid draait, zou
dit letsels veroorzaken.
VOORZICHTIG
▪ Raak de interne delen van de controller NOOIT aan.
▪ Verwijder het voorpaneel NIET. Sommige onderdelen
in het toestel aanraken is gevaarlijk en kan problemen
met het toestel veroorzaken. Neem contact op met uw
dealer voor controle en afstelling van de interne delen.
OPMERKING
Veeg het bedieningspaneel van de controller NIET af met
benzine,
thinner,
reinigingsdoeken
producten, enz. Het paneel kan verkleuren of de coating
kan
afschilferen.
Dompel
bedieningspaneel een doek in met water verdund neutraal
detergent, wring de doek goed uit en veeg er dan het
paneel mee schoon. Veeg het daarna af met een andere
droge doek.
OPMERKING
Druk NOOIT op de knop van de gebruikersinterface met
een hard en puntig voorwerp. De gebruikersinterface kan
beschadigd raken.
OPMERKING
Trek of draai NOOIT aan de elektrische draad van de
gebruikersinterface. Dit kan een storing van de unit
veroorzaken.
3
Bediening
3.1
Werkingsgebied
Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en
vochtgehaltewaarden om een veilige en efficiënte werking te
verzekeren.
Zie de tabel hierna voor combinatie met een R410A-buitenunit:
ADEA35~125A2VEB
Split-systeem airconditioners
3P551387-1 – 2018.09
b
h
met
chemische
bij
een
sterk
vervuild
ARXS35~71
Buitentemperatuur
10~46°C droge bol –15~18°C natte bol
Binnentemperatuur
14~28°C natte bol 10~30°C droge bol
Binnenvochtigheid
AZQS71~125
Buitentemperatuur
–5~46°C droge bol –15~15,5°C natte
Binnentemperatuur
14~28°C natte bol 10~27°C droge bol
Binnenvochtigheid
Zie de tabel hierna voor combinatie met een R32-buitenunit:
ARXM35~71
Buitentemperatuur
–10~46°C droge
Binnentemperatuur
21~37°C droge bol
14~28°C natte bol
Binnenvochtigheid
AZAS71~125
Buitentemperatuur
–5~46°C droge bol
Binnentemperatuur
20~38°C droge bol
14~28°C natte bol
Binnenvochtigheid
(a)
Om te voorkomen dat er condens wordt gevormd en water
uit de unit druppelt. Als de temperatuur of de vochtigheid
buiten deze limieten valt, kunnen beveiligingen geactiveerd
worden, waardoor de unit mogelijk niet functioneert.
Het insteltemperatuurbereik van de gebruikersinterface is:
Koelen
17~32°C
3.2
Bedieningsprocedure
▪ Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik van de unit in,
dit om een vlotte werking te verzekeren. Zodra de voeding wordt
ingeschakeld, verschijnt het displays van de gebruikersinterface.
▪ Als de stroom tijdens de werking uitvalt, zal het systeem
onmiddellijk na het herstellen van de stroom automatisch
herstarten.
▪ Het
temperatuurbereik
van
beschreven in het hoofdstuk "Werkingsbereik".
▪ Als u een niet beschikbare functie selecteert, verschijnt
op de gebruikersinterface.
▪ De werkingsprocedure hangt af van het model (warmtepomp of
alleen koelen). Neem contact op met uw dealer om uw model te
bevestigen.
▪ Lees zorgvuldig de documentatie vooraleer de gebruikersinterface
te gebruiken om zo de best mogelijke werking te kunnen
garanderen.
3 Bediening
Koelen
Verwarmen
(a)
≤80%
—
Koelen
Verwarmen
bol
(a)
≤80%
—
Koelen
Verwarmen
–15~24°C droge
bol
bol
–16~18°C natte bol
10~30°C droge bol
(a)
≤80%
—
Koelen
Verwarmen
–15~21°C droge
bol
–15~15,5°C natte
bol
10~27°C droge bol
(a)
≤80%
—
Verwarmen
16~31°C
de
gebruikersinterface
staat
Gebruiksaanwijzing
3