Storing
Het systeem werkt,
▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van
maar koelt of verwarmt
de buitenunit of de binnenunit niet
onvoldoende.
geblokkeerd
obstakels en zorg ervoor dat de lucht vrij
kan circuleren.
▪ Controleer of het luchtfilter verstopt is.
Neem contact op met uw dealer om het
luchtfilter
"Onderhoud" in de handleiding van de
binnenunit).
▪ Controleer
Raadpleeg
gebruikersinterface.
▪ Controleer of de ventilatorsnelheid op
lage snelheid is ingesteld. Raadpleeg de
handleiding van de gebruikersinterface.
▪ Controleer of de luchtstroomhoek goed
is. Raadpleeg de handleiding van de
gebruikersinterface.
▪ Controleer of er geen deuren of ramen
openstaan. Sluit alle deuren en ramen
om
binnenkomt.
▪ Controleer
zonlicht in de kamer schijnt. Gebruik
gordijnen of jaloezieën.
▪ Controleer of er niet te veel mensen
aanwezig zijn in de kamer tijdens het
koelen. Controleer of de warmtebron in
de kamer niet te groot is.
▪ Indien de warmtebron in de kamer te
hoog is (bij koelen). Het koeleffect
vermindert wanneer er te veel warmte in
de kamer wordt geproduceerd.
De werking stopt plots.
▪ Controleer of het luchtfilter verstopt is.
(Bedrjifslampje
Neem contact op met uw dealer om het
knippert.)
luchtfilter
"Onderhoud" in de handleiding van de
binnenunit).
▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van
de buitenunit of de binnenunit niet
geblokkeerd
obstakels, draai de onderbreker op OFF
en weer op ON. Raadpleeg uw verdeler
als het lampje nog steeds knippert.
▪ Controleer of alle op de buitenunit
aangesloten binnenunits in het multi-
systeem in dezelfde stand werken.
Tijdens de werking kan
▪ De airconditioner kan slecht werken door
iets abnormaals
bliksem
gebeuren.
onderbreker op OFF en weer op ON.
Neem contact op met uw installateur als u na controle van alle
bovenstaande punten het probleem niet zelf kunt oplossen. Geef
hem de symptomen door, de volledige modelnaam van de unit (met
indien mogelijk ook het fabricagenummer) en de installatiedatum
(mogelijk vermeld op de garantiekaart).
6.1
Symptomen die geen storingen
van het systeem zijn
De volgende symptomen zijn GEEN storingen van het systeem:
ADEA35~125A2VEB
Split-systeem airconditioners
3P551387-1 – 2018.09
Maatregel
is.
Verwijder
eventuele
schoon
te
maken
(zie
de
temperatuurinstelling.
de
handleiding
van
te
voorkomen
dat
er
wind
of
er
geen
rechtstreeks
schoon
te
maken
(zie
is.
Verwijder
eventuele
of
radiogolven.
Draai
6 Opsporen en verhelpen van storingen
6.1.1
Symptoom: Het systeem werkt niet
▪ De airconditioner start niet meteen nadat u op de AAN/UIT-knop
van de gebruikersinterface drukt. Als het bedrijfslampje brandt,
werkt de airconditioner normaal. De airconditioner herstart niet
meteen omdat één van de beveiligingen is geactiveerd om
overbelasting
van
airconditioner
wordt
ingeschakeld.
▪ De airconditioner start niet meteen na het inschakelen van de
voeding. Wacht 1 minuut totdat de microcomputer werkingsklaar
is.
▪ De airconditioner herstart niet meteen als de toets voor de
de
temperatuurinstelling op zijn vroegere instelling wordt ingesteld.
De airconditioner herstart niet meteen omdat één van de
beveiligingen
is
airconditioner te voorkomen. De airconditioner wordt na 3 minuten
automatisch opnieuw ingeschakeld.
▪ De buitenunit is gestopt. De reden is dat de kamertemperatuur de
ingestelde temperatuur heeft bereikt. De unit schakelt over op
ventilatorwerking.
verschijnt op de gebruikersinterface en de echte werking verschilt
van de instelling van de gebruikersinterface. Bij multisplitmodellen
voert de microcomputer de volgende besturing uit, afhankelijk van
de bedrijfsmodus van andere binnenunits.
▪ De
ventilatorsnelheid
ventilatorsnelheid verandert niet wanneer u op de regeltoets voor
de ventilatorsnelheid drukt. Wanneer de kamertemperatuur in de
verwarmingsmodus de ingestelde temperatuur bereikt, is de
capaciteitstoevoer van de buitenunit gestopt en werkt de
binnenunit in de modus alleen ventilator (L tab). Bij een
multisplitsysteem
werkt
ventilatorstopmodus en de modus alleen ventilator (L tab). Dit
voorkomt dat rechtstreeks koude lucht op de aanwezigen in de
kamer wordt geblazen.
6.1.2
Symptoom: Uit het toestel komt witte rook
(binnenunit)
▪ Bij een hoge vochtigheidsgraad tijdens koelen (op vettige of
stoffige plaatsen). Als de binnenkant van een binnenunit extreem
vuil is, zal de temperatuurverdeling in de kamer ongelijk zijn.
Daarom is het nodig om de binnenkant van de binnenunit schoon
te maken. Vraag aan uw dealer meer informatie over het
schoonmaken van de unit. Dit is het werk van een erkend
servicetechnicus.
▪ Wanneer de airconditioner na het ontdooien wordt omgeschakeld
op verwarmen. Het vocht dat bij ontdooien werd geproduceerd,
wordt in stoom omgezet en komt vrij.
6.1.3
Symptoom: Er komt stof uit de unit
Wanneer een unit na een lange periode van stilstand weer wordt
gebruikt. Dit komt door stof in de unit.
de
6.1.4
Symptoom: De units geven een geur af
De unit kan geuren opnemen van kamers, meubilair, sigaretten,
enz., en die dan weer afgeven.
6.1.5
Symptoom: De werking is plots gestopt
(bedrijfslampje brandt)
De airconditioner stopt om het systeem te beveiligen wanneer er
grote spanningsschommelingen zijn. Na ongeveer 3 minuut wordt de
werking hervat.
de
airconditioner
te
voorkomen.
na
3 minuten
automatisch
geactiveerd
om
overbelasting
"
"
(symbool
externe
is
niet
die
van
de
instelling.
de
binnenunit
afwisselend
Gebruiksaanwijzing
De
opnieuw
van
de
besturing)
De
in
de
7