Wi-Fi/Bluetooth-functie
■
Voordat u de camera gaat gebruiken
• Stel de datum en tijd van tevoren in.
• Als u de Wi-Fi-functie op dit apparaat wilt gebruiken, hebt u een draadloos
toegangspunt of een doelapparaat voorzien van de draadloze LAN-functie nodig.
■
Branden van het DRAADLOOS-verbindingslampje (blauw)
■
[Wi-Fi]-knop
In deze gebruiksaanwijzing wordt een functieknop waaraan [Wi-Fi] is toegewezen, de
[Wi-Fi]-knop genoemd. (Op het moment van aanschaf is [Wi-Fi] toegewezen aan de
[Fn5]-knop in de opnamemodus en de [Fn1]-knop in de afspeelmodus.)
• Voor meer informatie over de functieknop gaat u naar (→48).
De Wi-Fi-functie opstarten (in de opnamemodus):
Raak [
] aan
Raak [
] aan
230
(→29)
Brandt: Wanneer de Wi-Fi/Bluetooth-functie
ingeschakeld is of er een verbinding is
Knipperend: Wanneer u beeldgegevens verzendt
• In [Draadloze lamp verbinding] in het menu [Set-
up] kunt u de lamp zo instellen dat deze niet gaat
branden/knipperen.
Wi-Fi/Bluetooth
(→202)