[Helderheid scherm]
Stelt de helderheid van het scherm in overeenkomstig het omgevingslicht.
(Auto)
(Functie 1)
(Functie 2)
(Functie 3)
●
Sommige onderwerpen kunnen er anders uitzien dan in werkelijkheid, maar dit heeft geen invloed
op het opgenomen beeld.
●
De instellingen [
[Oogsensor]
[Gevoeligheid]
[LVF/Scherm]
[USB mode]
Selecteer een communicatiemethode voor aansluiting van de camera op een computer of
printer via een USB-kabel (bijgeleverd).
[Select. verbinding]
[PC(Storage)]
[PictBridge(PTP)]
205
Tijdens opnamen wordt de helderheid automatisch aangepast op basis van
de lichtsterkte rondom de camera.
Tijdens het afspelen is de helderheid hetzelfde als bij uw laatste opname.
(Als u sinds het inschakelen van de camera nog geen enkele keer hebt
opgenomen, wordt een standaardhelderheid gebruikt.)
De helderheid wordt verhoogd.
De helderheid is standaard.
De helderheid wordt verlaagd.
] en [
] beperken de gebruiksduur.
Met deze instelling stelt u de gevoeligheid van de oogsensor in.
Met deze instelling schakelt u de weergave tussen de zoeker en het
scherm.
[LVF/MON AUTO] (automatisch schakelen tussen zoeker en scherm) /
[LVF] (weergave via zoeker) / [MON] (weergave via scherm)
• Nadat de weergave is geschakeld met de [LVF]-knop, wordt de instelling
van [LVF/Scherm] ook gewijzigd.
Selecteer elke keer dat u verbinding met een computer of een
PictBridge-compatibele printer maakt, een communicatiemethode.
Selecteer deze functie bij aansluiting op een computer.
Selecteer deze functie voor aansluiting op een PictBridge-geschikte
printer.
Gebruik van menufuncties
Menulijst
→
[Set-up]