De draadloze apparaten zijn niet geverifieerd op aansluiting van en werking
met alle apparaten die de draadloos LAN- of Bluetooth-radiotechnologie
gebruiken.
Bluetooth- en draadloos LAN-apparaten werken in hetzelfde
frequentiebereik en kunnen elkaars werking verstoren. Als u Bluetooth- en
draadloze LAN-apparaten tegelijk gebruikt, kunnen de netwerkprestaties
minder dan optimaal zijn of kan de netwerkverbinding zelfs verloren gaan.
Als u dergelijke problemen ondervindt, schakelt u onmiddellijk het
Bluetooth- of draadloos LAN-apparaat uit.
Ga naar
http://www.pc.support.global.toshiba.com als u vragen hebt over het
gebruik van de draadloos LAN- of Bluetooth-module.
In Europa gaat u naar
http://www.toshiba-europe.com/computers/tnt/bluetooth.htm
Draadloze apparaten en uw gezondheid
Net als andere radioapparaten stralen draadloze producten hoogfrequente
(HF) elektromagnetische energie uit. Het intensiteitsniveau van de EMF-
energie die door draadloze apparaten wordt uitgestraald, is echter
aanzienlijk lager dan dat van andere draadloze apparaten zoals
bijvoorbeeld mobiele telefoons.
Aangezien draadloze producten voldoen aan de richtlijnen zoals
gedefinieerd in veiligheidsnormen en -aanbevelingen voor radiofrequenties,
is TOSHIBA van mening dat draadloze producten veilig zijn voor gebruik
door klanten. Deze normen en aanbevelingen vertegenwoordigen de
consensus van de wetenschappelijke wereld en zijn geformuleerd door
panels en commissies van wetenschappers op basis van alle actuele
onderzoeksliteratuur.
In sommige situaties of omgevingen kan het gebruik van draadloze
producten worden beperkt door de eigenaar van het gebouw of door de
verantwoordelijke medewerkers van de organisatie. Dit kan bijvoorbeeld
van toepassing zijn in de volgende situaties:
Als u niet zeker weet wat de richtlijnen zijn met betrekking tot het gebruik
van draadloze apparatuur in een bepaalde organisatie of omgeving (zoals
op vliegvelden), is het raadzaam toestemming te vragen voor u het
draadloze apparaat inschakelt.
Gebruikershandleiding
gebruik van draadloze apparatuur in een vliegtuig of
in andere omgevingen waar het risico van storing voor andere
apparaten of diensten als schadelijk wordt aangemerkt.
7-4