2.
Menu's voor de gebruiker
De volgende beschrijving bevat alle menu's voor de gebruiker.
Als men de druktoets "Prog."
Nr.
LCD-scherm teksten
01
Hoofdmenu
1. In/Uitschakelen
2. Alarmteller
3. Gebruikerscode
4. Diagnose
Terug
Installate(ur)
Route: Prog.
Weergave bij een netwerk.
Hoofdmenu
1. In/Uitschakelen
2. Alarmteller
3. Gebruikerscode
4. Diagnose
Terug
BMC
Installate(ur)
01.1
Kies actieve deelnemer
Nr.
001
↓+1
↑-1
Selectie
>001 BMC 001
001 BMC 002
001 RCP 003
001 BMC 000
Terug
Route: 01−>01-1
— artikelnr.: 809-164165 revisie mei 2008 — Ajax-Chubb Brandbeveiliging – Bedienings- en Installatiehandleiding Ajax-F1 9
Prog.
indrukt, wordt het hoofdmenu gestart.
Enter
BMC 001
Enter
: BMC 001
-> +10 <- -10
Groep-offset 10000
Groep-offset 20000
Groep-offset 00000
Groep-offset 00000
Alle
Selecteren
Beschrijving
Algemeen hoofdmenu voor de gebruiker:
Dit menu verschijnt onmiddellijk wanneer men op "Prog." drukt. De
functies hebben de volgende betekenissen:
1. In / Uitschakelen van melders, ingangs-/uitgangsmodu-
les, dag-/Nacht-stand, groepen en algemene uitgangen
Ga naar Menu 02
2. Aanduiding van de alarmteller. Deze alarmteller kan
niet teruggezet worden.
Het is een 4-cijferig getal (1 – 9999)
Ga naar Menu 03
3. Om de gebruikerscode te wijzigen
Ga naar Menu 04
4. Om naar het diagnosemenu te gaan
Ga naar Menu 05
Met de drukknop "Terug" (F1) komt u bij de normale
statusaanduiding van de BMC.
De functie "BMC" (F2) is alleen voor brandmeldpanelen
beschikbaar die op een netwerk zijn aangesloten. Door op
F2 te drukken, verschijnt er een overzicht van alle netwerk-
apparaten Menu 01.1.
De druktoets "Installate(ur)" (F3) mag uitsluitend door het
installatiebedrijf worden gebruikt. Deze toets leidt naar de
menu's voor service en confi guratie.
Met de drukknop "Enter" (F4) selecteert (activeert) u de
functie die wordt gemarkeerd door een zwarte achter-
grond. U kunt de functie ook selecteren via het numerieke
toetsenveld.
BMC selecteren
Bij netwerksystemen kunt u hier een netwerkdeelnemer
kiezen waar de volgende schakelfunctie voor verricht moet
<
worden.
U kunt met de pijltjestoetsen naar een deelnemer scrollen
en deze deelnemer vervolgens selecteren door te drukken
op "Selecteren" (F4). De volgende in-/uitschakelfunctie
wordt dan uitgevoerd voor de geselecteerde deelnemer.
Om een gezamenlijke opdracht naar alle netwerkdeel-
nemer te verzenden, drukt u op "Alle" (F3).