Bescherming van de MR45
1.
Gebruik het apparaat alleen met koelmiddelen die worden vermeld in
de lijst met goedgekeurde koelmiddelen (pagina 8).
2.
Gebruik het apparaat niet met koolwaterstoffen.
3.
Zorg ervoor dat het gaasfilter is geïnstalleerd en schoon is (pagina 30).
Instelling
1.
Repareer alle beschadigde onderdelen voordat u het apparaat gebruikt.
2.
Schakel de stroom uit en laat de ventilator tot stilstand komen voordat
u de MR45 opent of onderhoudt.
3.
Voer regelmatig een zelftest uit (pagina 22).
4.
Controleer of de stroomkabel niet beschadigd is.
5.
Zorg ervoor dat alle apparatuur geaard is.
6.
Verlengsnoer opties:
14 AWG of dikker, tot 15 m
GEBRUIK GEEN 18 AWG!
LET OP: Risico op materiële schade. Het gebruik van een te kort verleng-
snoer zal leiden tot spanningsval met als gevolg vermogensverlies naar
de motor en oververhitting.
7.
Zorg ervoor dat het verlengsnoer geaard is, 3 aderig is en niet bescha-
digd is.
Operationeel
1.
Gebruik de juiste koelmiddelslangen met een kogelkraanafsluiting.
2.
Houd de huidige hoeveelheid koelmiddel in de cilinder in de gaten.
Dit kunt u doen met behulp van een weegschaal voor koelmiddelen.
3.
Wanneer een cilinder voor meer dan 80% wordt gevuld, kan dat een
explosie veroorzaken. Daarom is dit ook in strijd met de DOT-wetgeving.
4.
Sluit de cilinder af zodra 80% van de capaciteit voor koelmiddel
is bereikt.
5.
Gebruik uitsluitend door de DOT CFR 49 of UL goedgekeurde cilinders
voor het koelmiddel dat wordt afgezogen.
6.
Gebruik aanbevolen hulpmiddelen.
10
7.
Gebruik een kleine filterdroger op de invoeraansluiting en vervang
deze regelmatig om het apparaat te beschermen tegen verontreinigde
koelmiddelen.
8.
Bewaak de druk en de temperatuur.
9.
Activeer de zelfreiniging van de MR45 na elk gebruik. Er mag geen
koelmiddel in het apparaat achterblijven.
Instructies voor aarding
Dit product moet geaard zijn. In geval van kortsluiting vermindert
aarding het risico van een elektrische schok doordat de elektrische stroom
via een ontsnappingsdraad wordt afgevoerd. Dit product is voorzien van een
snoer met een aardingsdraad en een geschikte aardingsstekker. De stekker
moet worden aangesloten op een stopcontact dat correct is geïnstalleerd en
geaard volgens alle plaatselijke voorschriften en verordeningen.
WAARSCHUWING - Onjuiste installatie van de aardingsstekker kan leiden
tot de kans op een elektrische schok. Wanneer het snoer of de stekker moet
worden gerepareerd of vervangen, mag de aardedraad niet worden aan-
gesloten op een van de twee andere contactpunten. De groene geïsoleerde
draad met of zonder gele strepen is de aardedraad.
Neem contact op met een gekwalificeerde elektricien of onderhoud-
smonteur wanneer u de aardingsinstructies niet volledig begrijpt, of wanneer
u twijfelt of het product correct is geaard. Breng geen wijzigingen aan in de
bijgeleverde stekker; als de stekker niet in het stopcontact past, moet u het
juiste stopcontact laten installeren door een gekwalificeerde elektricien.
GEAARDE
UITGANG
AARDINGS-
PEN
11